Tekstvak:

                                                       

Tekstvak:

             

Wereldreis met kinderen               

 

 

Home  Wie?   Blog   Foto’s  Filmpjes  Eerdere reizen    Contact

 

Viëtnam

 

3 februari 2013-02-19

Hanoi, Viëtnam en Ho Chi Nees

Een land opgebouwd door de 100 zonen van de drakengod en een fee moet wel bijzonder zijn. Het is voor ons toch ook vooral bekend als het land van recente oorlogen. We gaan het zien!

 We kunnen oprecht “goooodmorning Viëtnam!!!”  roepen want we zitten op de eerste vlucht vanuit Singapore naar Hanoi. We verblijven in het hart van het centrum, in the Old City. En hoewel we toch echt in Viëtnam zitten heet het hotel Gondola. Het is een levendig gebied rond een meer waar van oudsher alle bedrijvigheid plaats vindt. De straten zijn vernoemd naar welke ambacht er het meest wordt beoefend, hoewel het Viëtnamees voor “toeristenstraat” er onterecht niet bij schijnt te zitten. Eén ding is zeker, het is er een drukte van belang. Overal motorfietsen, fietsen, mensen, mensen, mensen, honden, katten en dat alles in het labyrint van smalle straatjes. We worden hier wel weer wat aanhoudender aangesproken door verkopers van van alles, van fruit tot kunstbloemen en kleding. Nee is hier kennelijk toch vaak geen nee.

Er valt weer een hoop te zien, proeven en ruiken. De kikkers die geslacht en gevild worden vinden de kinderen erg boeiend. Vooral het luguberste; dat ze zonder kop ook nog kunnen springen… het zijn dus niet alleen de kippen die zonder kop rondrennen. Zoals gebruikelijk zijn er ook overal eetkraampjes en we eten een heerlijk pannenkoekje met taugé, garnalen, en?  Het smaakt prima in ieder geval.

’s Avonds is het al even druk op bepaalde hoeken en zitten er honderden Viëtnamezen, doorspekt met een paar toeristen, op minikrukjes van plastic op de stoep te borrelen. Met thee, Bia hoi (eigen gebrouwen vers bier) en zonnenbloempitten.

Aan het eind van de middag komen we weer bij ons hotel en de kinderen willen verven. We hebben een stenen vloer dus dat kan! In Singapore hebben de kinderen “zelfmaakschilderijtjes” gekregen, maar daar hadden we vloerbedekking in de hotelkamer en die dingen gaan niet goed samen. We slepen ook nog waterverfdozen, plakband, schaar, stiften, kleurboeken en stickers mee dus er wordt flink geknutseld. ’s Avonds eten we bijtijds want de kinderen zijn bekaf. Ze slapen allemaal binnen één minuut.

De volgende dag vertrekken we naar het Ho Chi Minh Mausoleum. Ik denk dat iedereen zijn naam wel kent. Hij wordt hier door veel mensen gezien als degene die voor de onafhankelijkheid van Viëtnam heeft gezorgd. Hij was erbij om de communistische partij in Frankrijk op te richten en leidde de strijd om de Japanners te verjagen in WOII. Daarna kwamen de Fransen weer terug om hun kolonie na WOII weer op te eisen, maar ook zij moesten zich in ’54 overgeven ondanks de toen al hevige steun van de Amerikanen. Hierna werd het land opgedeeld in tweeën met de communistische Ho Chi Minh aan de leiding in het noorden en de katholieke Ngo Dinh Diem in het zuiden. De laatste kreeg ook weer veel steun van het communisten vrezende Amerika maar bleek zelf bepaald geen nobele man, evenals zijn noordelijke vijand. In zowel noord als zuid was het volk de pineut met twee op macht beluste kemphanen aan de macht en een oorlog kon niet uitblijven.

In 1964 opende Amerika het vuur op Viëtnam en begon de beroemde strijd die duurde tot 1973. Overigens zonder ooit de oorlog te hebben verklaard aan Viëtnam.  Afhankelijk van welk boek je inkijkt waren er 1,5 tot 3 miljoen doden te betreuren. Er zijn door de VS onwaarschijnlijk grote gebieden ontbost door er gif op te strooien (Agent Orange). Dat er nog mensen woonden die ook de dioxine op hun kop kregen werd kennelijk voor lief genomen. Dat Amerikaanse soldaten vervolgens ook nog hele dorpen gingen uitmoorden was ook niet best voor hun positie. Natuurlijk werden ze hard bestreden door de Viëtnamezen, zowel in noord- als zuid Viëtnam, die op hun beurt ook geen lieverdjes waren! Als Friesland zich af wil scheiden van Nederland en China verklaart ons vervolgens de oorlog om ze te helpen, dan willen wij de Chinezen toch ook weg hebben?! Bovenstaande is natuurlijk door mij geschreven, een politieke onbenul, maar wat dachten die Amerikanen daar te doen en te bereiken?

Om de korte, zeker incorrecte beschrijving van de geschiedenis af te maken; Bij het terugtrekken van de Amerikanen was het appeltje-eitje voor Noord-Viëtnam om van het zuiden te winnen en in 1975 kwam het land onder één communistisch regime. Ho Chi Minh was 6 jaar eerder al overleden. In de jaren daarna is een aanval vanuit China afgeweerd en hebben de Viëtnamezen de Khmer Rouge in Cambodja verdreven om daarna het land ook maar “even” te bezetten. Midden jaren 80 keerden het tij en sindsdien is er geen oorlog meer geweest. Wie weet hoe lang dat zo zal blijven.

Goed, het Ho Chi Minh Mausoleum. Al buiten het hek moeten we in een rij gaan staan, hoeden en zonnebrillen af doen en de schouders bedekken. De tassen mogen niet mee naar binnen en met rasse schreden worden we geacht een bewaker te volgen. Iedereen gaat door de bodyscan waarna we onze weg weer vervolgen. We komen aan bij het Mausoleum; een zwart-grijs massief vierkant gebouw met een lege brede weg ervoor en bewakers in witte pakken en geweren in de aanslag. De rij loopt vlot. De kinderen hebben we voorbereid dat het een dode man is die we gaan bekijken en dat mensen er verdriet om hebben en we dus heel stil moeten zijn. Hylke wordt zelfs de beginselen van het balsemen verteld. En ze zijn muisstil. De goede man met z’n typische baardje ligt er eigenlijk een beetje guitig bij, met een beginnende grijns op zijn gezicht. De eerste die erna wat zegt is Mette: “Ach, ach, ach, die arme dode meneer”.

Buiten kunnen we de woning van Ho Chi Nees, zoals Aafke hem noemt, bekijken; een simpel optrekje op palen. Hij was tenslotte communist. Ernaast liggen de keukens, staan een aantal van zijn auto’s en ligt het presidentiële paleis wat alleen werd gebruikt voor officiële gelegenheden. Vlakbij ligt de “one-pillar pagode” waar mensen komen bidden voor vruchtbaarheid. De oorspronkelijke pagode zou nu 1200 jaar oud zijn maar werd door de al verliezend Fransen op de valreep platgegooid dus er staat nu een deels betonnen nieuwe versie waar mensen eervol hun gebed komen zeggen. We zitten nog ruim een uur bij de pagode omdat de kinderen er lekker kunnen rennen en wij kijken naar de stroom bezoekers. Ze hebben ook ontdekt dat als ze dicht bij toeristengroepen gaan staan die net fruitpauze hebben, dat ze dan vanzelf een stukje krijgen aangeboden. Vooral Aafke heeft de kunst van het vragend kijken goed door. Wat Aafke nog niet begrijpt is dat als zij mensen Nederlands hoort praten, zij haar dus ook kunnen verstaan. Ze flapt er dan ook blij verrast uit: ”Mamma, die dikke mevrouw kan Nederlands!” als een Nederlandse dame pal achter ons loopt.

Moe van alle indrukken pakken we een taxi voor de terugweg. Halverwege geeft de meter al 8 km aan met bijbehorende prijs. Apart, vooral als je bedenkt dat de totale afstand naar ons hotel 2 km is. De chauffeur wordt gesommeerd om te stoppen en we stappen allemaal uit, uiteraard zonder te betalen. Oplichter!

Dit zorgt wel voor een heerlijke uren durende wandeling door de stad. We komen door kleine straatjes, eten bij een kraampje door aan te wijzen naar wat de anderen eten (en het was lekker) en zien nu werkelijk overal mensen die zich voorbereiden voor Tét, oftewel het nieuwe jaar. Dit zal op 10 februari zijn. Overleden familieleden spelen een grote rol in het leven van de Viëtnamezen, aangezien men gelooft dat ze steeds in de buurt zijn en geholpen moeten worden. Ze sturen de ontslapenen benodigdheden toe door van papier gemaakt geld, schoenen, jassen, hoeden, etc. voor het huis te verbranden. Je mag niet vergeten om er een duidelijk briefje bij te doen met de namen van de ontvanger en de afzender want anders kon het weleens bij de verkeerde terecht komen of zou de verkeerde persoon een bedankje krijgen. We zien nu ook meer van de “themastraten” met alleen maar tinnen rekken in de ene, autobanden in een andere en rijen met kunstbloemen in weer een volgende straat. Na weer een geslaagde dag eten we de beroemde Pho Bo, noedelsoep met rundvlees, voordat we lekker gaan knorren.

De volgende dag bezoeken we de Ngoc Son tempel. Het is een tempel gebouwd op een eilandje in het centrale Hoan Kiem meer en is onder andere gebouwd ter ere van de beschermheilige van artsen. Die mogen we dus niet missen. Hier zou de keizer  600 jaar geleden zijn goddelijke zwaard aan een schildpad hebben gegeven om het terug te geven aan de goden nadat hij er de Chinezen mee had verslagen. De betreffende schildpad is nog steeds te bewonderen. Zijn opvolger, genaamd Cu Rua oftewel overgrootvader, zou nog in het meer wonen hoewel andere bronnen vermelden dat hij in slechte toestand is afgevoerd vanwege het vervuilde water. Het leukste hier is dat we toe kunnen kijken hoe mensen, na een gebed te hebben gezegd, goudvisjes komen vrijlaten in het meer. Die goudvisjes zien we in de komende dagen vaak amechtig naar zuurstof happen of dobberen met de buik omhoog, dus misschien dat de verhalen over de zieke schildpad wel kloppen.

In de middag gaan we schoenen zoeken voor de kinderen. We hebben al weken, zo niet maanden geen dichte schoenen meer aangehad en kindervoetjes groeien. Aafke, Mette en Hylke kwamen met geen mogelijkheid meer in hun schoenen en die hebben we dan maar aan de receptie van ons hotel  gegeven voor de minder bedeelden.

Aan het eind van de middag gaan we naar het waterpoppentheater. Het is wat de naam al zegt, poppen die vanuit het water ophoog komen en toch kunnen bewegen en dansen. Degenen die de poppen bedienen staan dus ook tot hun middel in het water. Gelukkig voor zijn er rubberen pakken uitgevonden want voorheen stierven de poppenspelers vroeg of laat allemaal aan “waterborne diseases”. Het wordt een leuk en kleurrijk schouwspel met live muziek erbij. Aafke maakt het de mensen achter zich(en mij) wel moeilijk door de eerste 20 minuten niet stil te blijven zitten. Ze is wel geboeid door de poppen maar nog meer door de klapstoel waar ze op zit. Ik sta op het punt om met haar naar buiten te gaan als ze eindelijk stopt met wiebelen. We eten gauw iets want het is morgen vroeg dag voor de tour naar Halong Bay.

 

6 februari 2013-02-19

Hanoi - Halong Bay – Hanoi

We vertrekken vandaag naar Halong Bay, een World Heritage Site vanwege het natuurschoon. Ook dit gebied is ontstaan door inmenging van een draak die vanuit de bergen de zee in dook en al slaand met zijn machtige staart de vele eilanden creëerde. We zullen drie dagen en twee nachten op pad zijn. We vertrekken met een busje met 12 anderen voor een paar uur durende rit. We zien voor het eerst meer van het landschap dat, los van alle bebouwing, veel rijstvelden bevat. Waar we in Indonesië moesten speuren naar de waterbuffel zien we die hier op vele velden aan het werk. Opvallende zijn de her en der verspreide graven op en tussen de velden. Men schijnt hier begraven te willen worden op het land waar men gewoond of gewerkt hebt zodat je makkelijk kunt rusten aangezien je daar nog heel veel tijd in de buurt zal doorbrengen.

We komen aan bij een haven en worden met een klein bootje naar de grote boot gebracht waar we de komende dagen zullen verblijven. In de groep zitten Polen, Engelsen en een Noors stel. Terwijl we de haven uitvaren krijgen we de lunch geserveerd. Heerlijk, maar ontzettend veel! Ze hebben gerekend voor 4 personen voor onze familie en hoewel Michiel en ik ons best doen, verzoeken we ze vriendelijk nog een stuk minder klaar te maken want nu wordt er wel heel veel weggekieperd. We varen een uur of 2 voordat we aankomen in een beschutte baai waar al meerdere boten liggen. Het is mistig en het regent af en aan maar dat houdt niemand tegen om mee te gaan met een kajaktoertje. Ook de kinderen gaan natuurlijk mee. Iedereen moet zwemvesten aan en dan stappen we in de tweepersoons kajaks, Hylke bij Michiel, Aafke bij mij voorin en Mette bij mij op schoot. Geweldig! En ze peddelen dapper mee. We gaan richting een inham waar apen wonen die de gele kano’s hebben leren associëren met voedertijd. Ze komen gelijk aanrennen om het toegeworpen fruit te pakken te krijgen. Ik mag niet te dichtbij komen want Aafke is als de dood dat er eentje aan boord springt.

Weer terug aan boord hebben we 10 minuten om ons om te kleden voor de volgende trip, maar de meisjes zijn zo moe dat ik met ze in de hut blijf. Michiel en Hylke gaan 2 uur mee naar een strandje om te wandelen, te voetballen en de zonsondergang te bekijken. Ik zie de laatstgenoemde vanaf de boot. Het is half bewolkt maar de zon krijgt net ruimte om onder het wolkendek door te schijnen alvorens achter de horizon te verdwijnen. Dit geeft een prachtig schouwspel van snel veranderende felle tinten roze, rood, paars en goud. De maaltijd ’s avonds aan boord is weer even heerlijk én overdadig. We slapen heerlijk op de voor anker liggende boot.

De volgende ochtend sta ik met 3 anderen bij zonsopgang op het dek voor een Tai Chi les. Dit is min of meer de nationale ochtendgymnastiek en het is leuk om dat ook een keertje te proberen. Of ik er voortaan om 6 uur voor opsta? Ik dacht het niet.

Na het ontbijt splitst de groep zich op want wij en de Noren blijven nog 2 dagen en de rest gaat terug naar Hanoi. Wij stappen op een kleinere boot die nog verder baai in vaart. Schitterend en we prijzen ons gelukkig dat we gekozen hebben voor een extra dag. We stoppen in een afgelegen baai en stappen weer in de kajaks om een afgesloten lagune in te peddelen. Je kunt er alleen in via een smalle en lange grot. We hebben geluk want het is vloed en dus is het iets makkelijker te doen. Langs de randen zitten een aantal mannen en vrouwen op de oever oesters af te steken. We hebben geluk want we varen in alle rust en zonder andere groepen in zicht naar de lagune. Pas als wij weer uit de grot tevoorschijn komen, komen er meerdere groepen tegelijk aanvaren. Vroeg opstaan heeft zo zijn voordelen. We komen weer op onze dagboot en varen verder naar een beschutte baai omringd door kleine hagelwitte stranden. Tenminste, dat lijkt zo van een afstandje. Als we daar naartoe varen met de kajak blijkt het helaas ook hier bezaaid te liggen met troep en gebroken flesjes. We eten hier de lunch en hebben nog een uurtje rust cq. nog meer kajakken. De kinderen willen zwemmen maar nadat ik ze wijs op hun eigen bruine drijvende schepsels naast de boot hoeven ze niet meer zo nodig.

We hebben weer een heerlijk tochtje terug naar de slaapboot en stoppen onderweg bij een parelkwekerij. De kern van de parel wordt gemaakt door een balletje,  gemaakt van schelpen, in de oester te stoppen. Hmmm, doorgestoken kaart dus, hoewel de uiteindelijke parels er prachtig uitzien. Schijnbaar gaat dat altijd zo. Wel begrijpelijk, want dat bekort het proces met 5 à 10 jaar. Het is al met al een zeer geslaagde dag geweest. Natuurlijk door de mooie omgeving en activiteiten maar ook doordat de Noren, Karstein en Anita bijzonder goed gezelschap zijn. Het blijft toch geweldig dat je er met de Zweedse taal gratis en voor niks er ook Noors bij leert verstaan.

Eenmaal aangekomen op de boot kunnen we lekker douchen en wat drinken voor we weer aan tafel kunnen met weer “vers volk” erbij.

De laatste dag stappen we eerst weer in een kleinere boot om dichtbij gelegen grotten te bewonderen. We klimmen de trappen op met tientallen andere mensen en komen in de eerste kleine ruimte met stalagtieten en stalagnieten. We vinden het een beetje tegenvallen. Dan gaan we door naar volgende ruimte die een stuk groter is. Dit begint ergens op te lijken. En dan de derde en laatste grot, een enorm grote, indrukwekkende ruimte. We maken vele foto’s en tenslotte gaan we met de boot weer terug naar de haven van Halong. Hier stappen we in de bus die ons in enkele uren weer terugbrengt naar Hanoi. Het was een fraaie tocht en voldaan checken we in bij hetzelfde hotel waar we eerder hebben gezeten.

 

11 februari 2013

Tét in Hoi An

Het is voor mij (Michiel) weer de hoogste tijd om het toetsenbord over te nemen.

Na de bijzondere dagen in Halong Bay zijn we nog een dagje in Hanoi om bij te komen van alle vermoeienissen. Na het ontbijt en een rustige ochtend kuieren we langs het meertje dat in het oude centrum ligt. Het klimaat in Hanoi is heerlijk, niet te warm, maar een graadje of 25. We eten een ijsje bij een, naar verluid, beroemde ijssalon en vervolgens wandelen we naar het Hanoi Hilton; een eufemisme voor een akelige gevangenis die nu als museum dient. Er staat een guillotine en er hangen foto’s uit de tijd van de Viëtnam oorlog die ons moeten overtuigen dat het voor Amerikaanse soldaten destijds een voorrecht moet zijn geweest om daar gevangen te mogen zitten, getuige alle foto`s die daar hangen en ons taferelen van gezellige voetbalwedstrijden, idyllische kerstdagen en biljartavondjes vol jolijt voorschotelen.

We overleggen over de planning. In eerste instantie hadden we het idee om de bergen van noord-Viëtnam in te gaan. Het blijkt echter helemaal niet gemakkelijk te zijn om daar te komen. Eerst zouden we ’s nachts met een trein richting Sapa moeten, om vandaaruit nog tours te boeken. Uiteindelijk besluiten we er van af te zien, mede omdat de tours vrijwel uitsluitend uit hikings in de bergen bestaan, wat we niet persé handig vinden met drie kinderen. Daarnaast is het weer in de bergen zeer matig en zouden we jassen en regenkleding moeten gaan aanschaffen.

 We besluiten om naar Hoi An te gaan. Deze stad ligt in het midden van het land en is bekend vanwege het centrum met zijn authentieke karakter en zijn vele lampionnen die het straatbeeld opluisteren. We bekijken hoe we daar moeten komen. Eén optie zou zijn om de bus te nemen. Dit is een rit van ongeveer 18 uur. Ik heb hier weinig trek in, in de wetenschap dat de bussen hier niet de kwaliteit hebben van de bussen in Argentinië. Ik ben vrij lang van stuk en om 18 uur opgevouwen in een veel te krappe Viëtnamese bus te zitten zie ik niet zitten. Marije is het met me eens en zodoende hebben we de volgende dag vroeg in de avond een vlucht naar Da Nang. We hebben een airport pick-up via ons hotel geregeld en na een vlotte vlucht worden we bij de uitgang van de luchthaven dan ook opgepikt door een brave borst die een bordje met mijn naam erop in zijn hand vasthoudt. Na een rit van een uur arriveren we in ons hotel, dat een perfecte ligging blijkt te hebben, aan het water, recht tegenover de oude stad.

Uiteindelijk blijven we 5 nachten in Hoi An. Ons hotel heeft een prima ontbijtbuffet en een plezierig zwembadje. De kamers zijn mooi en ruim en hebben zelfs een eigen computer. Stom toevallig blijken de Noren die we Halong Bay hebben ontmoet de volgende dag bij hetzelfde hotel in te checken.

Het verblijf staat met name in het teken van het Tét festival; het Chinese Nieuwjaar. Overal in de stad hangen lampionnen. De brug bij ons hotel is helemaal versierd met verlichting en de kade aan het water staat vol met allerlei verlichte kunstwerken. Het geheel maakt een feeërieke indruk.

Op de avond van het Tét festival is het een drukte van belang in de oude stad. Vlakbij is er een terrein met muziekoptredens en vrij knullige kermisattracties. Op het water drijven duizenden brandende kaarsjes, er is overal wat te eten en er hangt een gezellige sfeer. We eten op tijd, de kinderen gaan lekker slapen en samen met Karstein en Anita storten we ons in de glazen. Om 23:55 uur vallen er zowaar wat regendruppels en om 00:00 uur, alsof de duvel er mee speelt, barst er een gigantische regenbui los. Marije haalt Hylke uit bed en onder paraplu’s kijken we naar een fantastisch vuurwerk dat boven de stad losbarst. Na een kwartiertje is het vuurwerk afgelopen en een minuut later is het droog. Natgeregend breng ik Hylke weer naar zijn bed en op de kamer van de Noren gaan we verder met bier en whisky en Karstein haalt zelfs een fles cognac te voorschijn en vergast ons op zijn muziekkeuze via Spotify.

Ik huur een motorfietsje en maak met de kinderen achterop een paar korte ritjes en ga met Hylke wat verder weg richting het strand. We boeken een fietstour. Aafke zit bij Marije achterop, Mette bij mij en Hylke heeft zijn eigen fietsje. Samen met nog een man of 10 vertrekken we ’s morgens vroeg voor een tour van een volle dag. Met zijn allen gaan we in een boot en na een half uurtje varen komen we op een eilandje terecht waar we rondfietsen en allerlei lokale bezienswaardigheden bezoeken. We belanden bij een bootmakerij, bij een fabriek voor ijsblokjes en bij een mattenvlechtbedijfje waar twee hoogbejaarden ons laten zien hoe je een mat vlecht. Ik neem mij ter plekke echter voor om mij niet in deze kunst te bekwamen. Er wordt een redelijke lunch geserveerd en de liefhebbers mogen proberen om een stukje te varen in een grote ronde mand die door de lokale bevolking wordt gebruikt voor de visserij. Ik blijf aan de kant, maar Marije doet een geslaagde poging. Hylke en Mette willen ook even proberen maar Aafke ziet dat niet zitten en kijkt liever toe. Na nog wat fietsen tussen de waterbuffels gaan we tenslotte met de boot weer terug naar Hoi An.

De laatste avond gaan Marije en ik nog bij een kunstgalerie in de oude stad naar binnen omdat we daar een schilderij zagen hangen dat ons beiden aansprak. Na langdurige onderhandelingen komen we echter niet uit op een voor ons aanvaardbare prijs en gaat het hele feest dus niet door. Pech gehad!

Hierna gaan we in een uitstekend restaurant met onze Noorse vrienden uit eten en nemen na het eten afscheid omdat we de volgende dag zullen vertrekken, richting Hué.

 

14 februari 2013

My Son en Hué

De volgende morgen verlaten we Hoi An. We hebben een auto met chauffeur gehuurd. Hij brengt ons eerst naar de ruïnes van My Son; een UNESCO site. Hierna brengt hij ons via Da Nang naar ons hotel in Hué.

Het is een rit van 1 uur richting My Son. Er staan tourbussen vol Chinezen bij de ingang en het is er betrekkelijk druk.

De ruïnes zijn meer dan 1000 jaar oud en behoorden toe aan de Cham; een etnische groepering die langzaam is opgegaan in het  Viëtnamese volk. Het moet een piratenclub zijn geweest, als ik hel allemaal goed heb begrepen. Een belangrijk deel van het complex is doelwit geweest van Amerikaanse luchtaanvallen tijdens de Viëtnam oorlog. Blijkbaar was men van mening dat het van groot strategisch belang was om deze duizend jaar oude erfgoederen met de grond gelijk te maken. Dat is gedeeltelijk gelukt maar er staat nog het één en ander overeind en gedurende een paar uur bezichtigen we de overblijfselen. Het is de moeite waard, maar Marije en ik zijn een aantal jaren geleden in het complex van Angkor in Cambodja geweest en daar valt dit complex toch bij in het niet. Opnieuw lopen we Karstein en Anita tegen het lijf en we nemen voor de zoveelste keer afscheid.

Hierna rijden we door richting Hué. Aan het eind van de middag komen we bij ons hotelletje aan waar we voor 2 nachten hebben geboekt. We worden allervriendelijkst onthaald, we krijgen thee en voor de kinderen zijn er snoepjes. Vervolgens komt de hotelmanager, die al een paar borreltjes achter de kiezen heeft, bij ons zitten en vertelt ons een onsamenhangend verhaal over ziekte bij het personeel. We kunnen het niet helemaal volgen maar de boodschap is in elk geval dat we slechts één nachtje in het hotel kunnen verblijven. Ze zullen echter zorgen voor vervangende accommodatie. Wij denken dat het Tét festival de hoofdoorzaak is, nemen zijn verhaal voor kennisgeving aan en besluiten om niet moeilijk te doen. De kinderen gaan nog even zwemmen en tenslotte gaan we in een nabijgelegen restaurantje wat eten.

De volgende dag checken we aan het eind van de ochtend uit en worden per taxi naar het vervangende hotel gebracht; helaas wel een eind buiten het centrum. ’s Middags bezoeken we de citadel van Hué, het toeristische hoogtepunt van de stad. Bij de ingang ligt overal rotzooi en binnen blijkt dat ook hier een behoorlijk deel van het complex is verwoest door de Amerikanen. We slenteren een paar uur rond maar tenslotte hebben we het wel gezien en via een Bonzai tuin verlaten we het complex. We laten ons met twee fietsriksja’s oftwel cyclo’s nog wat rondrijden door de stad en komen tenslotte weer bij ons hotel aan.

Marije en ik overleggen. Hué kan ons niet bekoren, de mensen vinden we niet zo aardig en we voelen er weinig voor om hier lang te verblijven. Vanwege het Tét festival, wat in totaal 10 dagen duurt, ligt het maatschappelijk leven tamelijk plat. Er gaat een trein richting Ho Chi Minhstad; het vroegere Saigon, maar deze is voor de komende week helemaal volgeboekt. Er is nog een enkele bus beschikbaar maar de rit naar Saigon duurt 20 uur en dat is ook niet om vrolijk van te worden. Uiteindelijk blijkt er de volgende morgen vroeg nog een vlucht te gaan die enigszins betaalbaar is. Alle andere alternatieven zijn ronduit onbetaalbaar en dus besluiten we opnieuw om dan maar te gaan vliegen. De volgende ochtend gaat om 04:30 de wekker en om 06:00 staan we op het vliegveld van Hué, op weg naar Saigon.

 

16 februari 2013

Ho Chi Nees stad en oorlogsgeweld

Dat schiet lekker op met al dat vliegen! We komen halverwege de ochtend aan in Ho Chi Minh City, Aafke houdt vol dat het oude Saigon Ho Chi Nees heet, en beginnen maar eens met een ontbijt. De kamers zijn verbonden met een tussendeur wat altijd praktisch is en na wat rommelen op de kamer en uitrusten gaan we er op uit om de stad te verkennen. In onze reisgids (de Lonely Planet, wie kan zonder) staat een wandelroute en die volgen we ongeveer. We lopen langs de waterkant, komen terecht op een lokale markt maar ook een overdekte “beroemde” markt. De laatste is een grote “tourist trap” met bergen snuisterijen en kleren tegen veel te hoge prijzen die niet onderhandelbaar zijn. Er worden ook bussen vol bezoekers tegelijk uitgeladen voor de deur.

We struinen door een park dichtbij de low budget cq backpackerswijk en daar is het een drukte van belang. Er wordt driftig getraind op de aanwezige fitnessapparaten, er wordt gejogd en gedanst. Gezellig dus. Michiel en ik strijken neer op een bankje en kijken toe hoe de kinderen zich storten op de fitness. Meedoen zou voor ons ook geen kwaad kunnen na bijna 6 maanden lekker eten, te veel ontbijtbuffetten en niet sporten. Maar ja, iemand moet op de tas en de buggy letten, nietwaar?!

Na al dat kijken hebben we honger gekregen en eten in de naastgelegen wijk.

De eerste volle dag in HCMC begint gezellig, want ik (Marije) wil naar het War Remnants museum. We zijn gewaarschuwd dat je een sterke maag moet hebben voor een deel van de expositie en dus is het waarschijnlijk niet echt iets voor de kinderen. Hylke wil echter heel graag mee op stap. Na enige uitleg aan hem en de afspraak dat als ik zeg dat we een ruimte overslaan, daar geen discussie over komt gaat we samen weg. Tijdens ons verblijf in Viëtnam heb ik wel wat gelezen over de oorlogen; met onder andere China, de Fransen en Amerika. Zelfs het boek Platoon heb ik weggekregen. De “echte kopie” van een boek over de Cu Chi Tunnels (later meer) was wat lastiger aangezien die in elkaar was gezet door iemand die niet kon tellen en ik de volgende bladzijde eerst moest op zien te sporen voor ik verder kon. Zoals gezegd, niet best allemaal en in het bovengenoemde museum wordt daar met vooral veel fotomateriaal en gegevens aandacht aan besteed.

Voor Hylke is het buiten het spannendste met een heuse straaljager, helikopters, tanks en een hoop geweren. Ik ben binnen het meest onder de indruk en behoorlijk aangeslagen zelfs. Oorlog is nergens mooi maar daar hing foto na foto, ongecensureerd van burgers en militairen zowel voor, tijdens, als na de strijd. Bij de kamer met foto’s van de gevolgen van napalmbommen houd ik Hylke aan de eerder gemaakte afspraak en zijn we rechtsomkeer gegaan. Hylke is ook onder indruk van de beelden van ontbost terrein nadat er over duizenden hectare gif was gestrooid: dan was de vijand beter te vinden, zo dacht men. Ook hier kort samengevat; het was allemaal niet best.

De taxi terug brengt wat afleiding want het is er weer eentje die de meter flink heeft bewerkt en die de kilometers dus 10x sneller liet lopen: Dus we stappen maar weer uit. Hylke leert het al; “Dat was weer een boef, hé mamma? Maar ja, hij zal wel niet veel geld hebben voor eten.” Hylke en ik krijgen er een lekkere wandeling door de stad voor in de plaats. De middag wordt met vrolijkere dingen gevuld zoals het boeken van een tour de volgende dag en 2 uur bij een speeltuin losgaan.

De derde dag doen we alweer een tour over oorlog, namelijk naar de Cu Chi tunnels ten noorden van Saigon. Dit is een honderden kilometers lang tunnelstelsel, ooit gemaakt om tegen de Fransen te vechten en zich voor hen te kunnen verstoppen cq. beschermen, maar in de oorlog tegen de VS zijn ze verder uitgebreid. Het zijn tunnels van 30x50cm,  meters onder de grond en destijds vergeven van boobytraps. Dat moet de hel op aarde geweest zijn. Het eerder genoemde boek gaf me al de kriebels ondanks dat ik geen claustrofobie heb. De kinderen vinden het wel spannend om een stukje door een tunnel te lopen, hoewel deze al flink verbreed was zodat we als lompe westerlingen er ook doorheen kunnen. Het is vergeven van de toeristen maar we vinden het toch erg de moeite waard, ondanks het uur wachten op de bus.

Inmiddels zijn we verhuist naar een hotel in de backpackerswijk van Saigon. Na een heerlijke simpele maaltijd om de hoek duiken we ons bed in om uitgerust te kunnen beginnen aan de tour van morgen.

 

19 februari 2013-03-08

De Mekong delta en afscheid van Viëtnam

Ho Chi Minh City ligt bij de delta van de Mekong rivier en daar gaan talloze tours naartoe. We kijken via internet welke tourbureau’s je wel en niet moet hebben. De besten zijn verreweg het duurst en we gokken dan maar op een minder bekend bureautje dat wat goedkoper is maar hetzelfde lijkt te bieden en behulpzaam, aardig personeel had. Jajaja, too good to be true, hoor ik u zeggen en dat klopt. Het blijkt ’s ochtends dat we dan toch worden opgehaald door Delta Adventure tours: degene die het slechtste scoort op alle reviews op internet en helaas terecht. Ziet u dat in de toekomst ergens staan, ren dan gauw weg! De stoelen in de bus zijn kapot met de zitting eraf. Er zitten teveel mensen in de bus, de airco is waardeloos en we moeten lang wachten voor vertrek. Maar het ergste is eigenlijk de gids; een arrogante, ongeïnteresseerde vrouw die uit al haar poriën uitstraalt dat we haar allemaal afhouden van leukere zaken en ons vooral informeert dat de lunch niet lekker is en dat we het ontbijt zelf moeten betalen. We hebben na de reis dan ook een keer gebruik gemaakt van het beste wapen wat we hebben: Tripadvisor. Maar goed, we hebben wel het één en ander gezien en de kinderen merken niet veel van de onbekwame gids en vinden het erg leuk. Ik zal het verdere klagen dan ook achterwege laten.

De 2-daagse trip start met een busrit van een paar uur alvorens op een boot te stappen. Op diverse plekken stappen we uit om honingthee te drinken, te zien hoe kokossnoepjes worden gemaakt en om fruit te eten op een kwekerij. Tussendoor varen we rond in kleine roeibootjes, bij de lunch zijn er voor de kinderen vissen te bekijken en slootjes over te springen en overal tussen de mangrovebossen zitten slijkspringers,  tot groot vermaak van alle minderjarigen. Uiteindelijk komen we weer terug bij af om van daaruit met de bus nog 3 uur te rijden, verder de delta in naar Can Tho. Geen idyllisch klein plaatsje met rieten hutjes aan het water maar een stad met 1,5 miljoen inwoners.  We overnachten in een basic hotel en struinen nog wat in de wijk tussen hotel en de rivier. In het restaurantje waar we belanden kun je slang en rat bestellen maar wij vinden kip voor vandaag wel exotisch genoeg.

Na een prima nacht verzamelen we bijtijds om naar de grootste floating market van de regio te gaan. Er wordt door de gids vooral de nadruk opgelegd dat er nu veel minder boten zijn dan normaal vanwege het Chinese Nieuwjaar maar wij vinden het prima. We zitten heerlijk op een boot en genieten van de toch redelijk veel aanwezige boten. Het zijn vooral vrij grote schepen die voor anker liggen en spullen verkopen en er tussen varen kleinere bootjes om de goederen te kopen en verder te vervoeren. De kinderen worden ondertussen vermaakt door een groep Chinezen en een Australisch echtpaar dat hun kleinkinderen erg blijkt te missen. We stoppen ook om te zien hoe rijstnoodles worden gemaakt door pap te maken van rijst en er grote dunne pannenkoeken van te maken die dan moeten drogen in de zon alvorens gesneden te worden. De varkens op het erf zijn ook uitgebreid te bewonderen. Als laatste stoppen we bij een rijstfabriek waar mij het meeste van bijstaat dat bruine rijst een stadium is in het proces om witte rijst te verkrijgen. Hier in Viëtnam betekent dat  dus dat bruine rijst het goedkoopste is en alleen door zeer arme mensen gegeten wordt. En wij maar extra betalen voor de bruine rijst! We lunchen op een heerlijk stekje aan het water in Can Tho en blijven hier hangen tot de bus vertrekt om ons terug te brengen naar HCMC.

De laatste dag in Viëtnam brengen we een bezoekje aan het History Museum dat vooral voorwerpen tentoonstelt van verschillende tijdperken en etnische groeperingen. Het is niet groot maar de moeite waard. Niet onbelangrijk is dat ze prima toiletten hebben waar het hele gezin om de beurt gebruik van maakt. Het eten is bijna altijd heerlijk maar de buiken blijken het daar niet altijd mee eens te zijn. Gelukkig blijft het bij gerommel en is er al lang niemand echt ziek geweest.

Aafke gedraagt zich even niet al te best (lees: we vrezen nu de puberteit al) en belandt in het museum op de “stoutstoel”, met veel bekijks van alle aanwezigen. Dat wil zeggen dat ze even door mij wordt afgezonderd door haar in een stil hoekje te zetten hoewel van stilte de eerste minuten geen sprake is…Wie het niet zag gebeuren heeft het zeker gehoord. Dat opvoeden tussen de bedrijven door is niet altijd het makkelijkste.

Vanuit de tempel tegenover het museum kijken we uit op de botanische tuinen en de kleine dierentuin van HCMC en dat wordt dan ook het volgende bezoekje. Wij vinden het minder deprimerend dan we later in de reisgids lezen, hoewel sommige kooien wel een revisie verdienen. Wij brengen er in ieder geval 2 heerlijk rustige uurtjes door en moeten vanwege sluitingstijd het terrein verlaten.

De laatste avond Viëtnam is alweer aangebroken. We zijn hier maar 3 weken geweest, wat korter is dan vooraf gedacht. Dat komt mede omdat we toch ook weer naar Thailand willen. We zijn dan ook stevig op de tourist-track gebleven en we hebben het één en ander aan mooie plekken daarom ook overgeslagen. Ach, dan hebben we ook hier weer wat om ooit voor terug te komen. Hoewel… We hebben het super gehad met Halong Bay, Hoi An en Tét als hoogtepunten. Tegelijkertijd hebben we hier vaak het gevoel gehad afgezet te worden, dat we op onze hoede moesten zijn voor scams en werden we toch echt niet overal even vriendelijk bejegend, zeker niet vergeleken met de eerdere maanden van onze reis, maar ook niet met onze eerdere ervaringen uit Thailand, Laos, Maleisië en zelfs Cambodja. Dat neemt niet weg dat we ook heel veel buitengewoon aardige Viëtnamezen zijn tegengekomen natuurlijk. Maar toch. Misschien juist omdat we te stevig op de platgetreden paden zijn gebleven? Wie weet ontdekken we dat in de toekomst nog eens.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vóór vertrek

 

Argentinië

 

Chili

 

Nieuw–Zeeland

 

Australië

 

Indonesië

 

Singapore

 

Viëtnam

 

Thailand

 

Sri Lanka