Tekstvak:

Wereldreis met kinderen   

Tekstvak:

 

Home  Wie?   Blog   Foto’s  Filmpjes  Eerdere reizen    Contact

 

 

 

Tibet

 

4 juli

Zaterdag 26 juni zijn we vertrokken richting
Tibet. De eerste 3 uur reden we o.a langs de Bothe Koshi dus konden we nog even terug denken aan het raften. Na een verrassend lekker ontbijtje op een terras met uitkijk over een prachtig dal was het nog zo'n 3 uur rijden naar de grens van China. Iedereen moest daar de bus uit en lopend de grens oversteken. Na 2 slagbomen bleken we nog China niet in te zijn. Dat kon pas nadat we verklaard hadden geen SARS-symptomen te hebben en onze temperatuur met een lasertje gemeten was. Gelukkig was niemand van de wandeling oververhit geraakt. De Chinese gids, Kevin, stond al voor ons klaar. Helaas voor een tweede groep niet, die zaten al uren te wachten in het niemandsland omdat je zonder gids de grens niet over mag.

 

De jeep indeling voor de rest van de reis werd hier gemaakt en wij zaten toevallig samen met het Noorse stel die we bij het raften ontmoet hadden. Onze jeep was een donkergrijs monster met een Chinese chauffeur waarvan we de naam niet eens weten, zo goed was ons chinees en zijn engels. Na nog een hoop papier werk bij een volgend checkpoint dachten we weer wat kilometers te maken maar ons hotel was maar een kwartier rijden vanaf de grens. Het was er ook ineens 2 uur en 15 minuten later. Op zich was dit prima want Zhangmu ligt op 2300 meter in tegenstelling tot de eerder afgesproken slaapplaats Nyalam op 3750 meter. Hoogteziekte is namelijk toch wel een issue en we waren dan ook bewapend met diamox op pad gegaan.Dat dit niet voor niks was bleek op dag 2 op de rit van Zhangdu naar Lhatse. We reden bijtijds weg over een steil klimmende, smalle, kronkelende en soms afbrokkelende weg langs van die fijne diepe afgronden. Het watervalletje op de weg was wel handig want de ruit was toch wat vies geworden. Een extra kussentje om op te zitten was ook geen overdreven luxe geweest, net zoals een niergordel! De wegen zijn er niet zo goed zal ik maar zeggen, ook al zit je in een jeep met schokbrekers. Misschien hielp het wat dat betreft ook niet erg dat onze chauffeur de speed-devil van het hele stel was.


Binnen 2 uur reden we op het Tibetaanse plateau boven de 4000 meter. Het weer was ons goed gezind en hierdoor was het een aaneenschakeling van adembenemende vergezichten, prachtige robuuste bergen met besneeuwde toppen
afgewisseld met glooiende heuvels en uitgestrekte vlaktes en onverwacht groene dalen. En niet te vergeten de indrukwekkende verschijning van de Mt. Everest (8848 m). Langs de weg en met name bij de hoge bergpassen wemelt het van de fel gekleurde gebedsvlaggetjes en van de witte sjaals die er geofferd worden door boeddhisten. Tijdens dit alles kan je het zware, bonkende gevoel in het hoofd toch steeds slechter negeren maar het
was goed te verhelpen met pijnstillers en uiteindelijk ook diamox. Lang leve ons meegenomen apotheekje.

 

Dag 3 was een korte rit en ging tot Shigatse. Het stadje is verdeeld in een Chinees deel en een kleiner Tibetaans deel. Het eerste bestaat uit behoorlijk fantasieloos neergezette betonnen flats afgewisseld met even vierkante glimmende gebouwen. Deze bouwstijl is in alle Tibetaanse stadjes te vinden bleek later. Hoewel de chinezen erg hun best hebben gedaan om het oorspronkelijke Tibet te ruineren is hier nog steeds een levendige Tibetaanse wijk en zijn er veel gelovigen te vinden rond de eigenlijke verblijfplaats van de Panchen Lama, het Tashilhunpo klooster. De Panchen Lama is de hoogste Lama na de Dalai Lama. Helaas hebben de chinezen de tiende Panchen Lama in tegenstelling tot de Dalai Lama wel te pakken gekregen en hij heeft dan ook een groot deel van zijn leven in Peking gevangen gezeten. Zijn reïncarnatie, de elfde Panchen Lama, werd als jongentje van 6 jaar oud gevonden in Tibet maar ook hij is door de chinezen naar Peking afgevoerd waarna zij hun eigen Lama aanwezen. Het is dan ook deze Chinese Panchen Lama die jaarlijks een paar dagen naar het Tashilhunpo klooster mag komen tijdens een festival. De Tibetaanse en ECHTE Panchen Lama blijft waarschijnlijk tot zijn dood achter slot en grendel in Peking.

 

Op dag 4 gingen we slechts tot Gyantse, 2 uurtjes verderop. Michiel en ik hebben hier een rust dagje genomen. Mocht je op reis verlegen zitten om contact dan moet je in het openbaar het boek "The DaVinci Code" gaan lezen, succes verzekerd.De laatste dag was weer een lange rit tot Lhasa. Het duurde nog wat langer dan gepland omdat er aan een groot deel van de weg gewerkt werd. Dat is uiteraard fijn voor in de toekomst, nu betekende het dat we vaak door riviertjes en over enorme rotsblokken moesten. Maar ach, de rug- en buikspieren waren inmiddels getraind dus het was geen enkel probleem meer. Het enige wat we achterin misschien nog konden gebruiken was een helm. Het was zeker de moeite waard om nog een dag van het schitterende plateau te genieten en langs het gigantische Yamdrok-tso meer te rijden. Dit meer ligt op 4488 meter en er varen zelfs wat vissersboten op. Dan kan ik gelijk nog een fabeltje de wereld uit helpen want het Titicaca meer in Peru is dus NIET het hoogst bevaarbare meer van de wereld! De laatste kilometers tot Lhasa gingen soepeltjes over het asfalt. En hoe geweldig om de Potala ineens van achter de bergen te zien verschijnen!! Helaas is ook het aanblik van Lhasa behoorlijk verziekt met de betonnen dozen overal maar er is nog een klein Tibetaans centrum waar de tijd een beetje heeft stil gestaan. Daar middenin stond ons hotel MET een heerlijk bad op de kamer en dus prima om van daaruit de sfeer van Lhasa te gaan ontdekken.

 

 

7 juli

 

Chinezen zijn meesters in het verzieken van wat ooit mooi is geweest. Wanneer je Lhasa binnenrijdt dan bekruipt je een gevoel van teleurstelling als je al die lelijke wegen en gebouwen met tegeltjes ziet. We hadden een hotelletje in de Tibetaanse wijk, en ofschoon dit nog maar 5% van de stad uitmaakt, is dit gelukkig een juweeltje. De tijd heeft er stil gestaan en de sfeer is authentiek Tibetaans, met als centraal punt de Jokhang tempel.


We kwamen in de loop van de middag aan in ons hotel. Helaas bleek er geen tv-zender op de kabel te zitten die de halve finale van het EK-voetbal uitzond. Dat was knap balen, maar in de stad zou zich een café bevinden die de wedstrijd wel uit zou zenden. We besloten dus om om 02:00 's nachts op te staan en dan met de taxi naar de betreffende kroeg te gaan.
De kroeg was gevuld met chinezen in variërende graad van dronkenschap, en inderdaad was er een groot scherm met daarop de live de wedstrijd Nederland-Portugal. Chinezen vinden
dat voetbal allemaal prachtig en ze juichen om ieder doelpunt, waarbij het niet uitmaakt wie dat dan scoort. Ook bij de herhalingen wordt uitbundig gejuicht. Ofschoon de uitslag een tikje tegenviel was het toch wel leuk om zoiets 's nachts in een kroeg in Tibet mee te maken.


De volgende dag stond in het teken van bezoeken aan kloosters. 's Morgens bezochten we het Drepungklooster. Op zichzelf een fraai klooster met allemaal afbeeldingen en beelden van Dalai Lama's uit vervlogen tijden. Op een gegeven moment heb je het allemaal wel gezien, mede omdat onze Tibetaanse gids, die overigens zeer sympathiek was, het allemaal erg graag goed wilde uitleggen. Na de lunch zijn we naar het Sera Klooster gegaan. Dit was een bijzonder indrukwekkend bezoek. De monniken die daar wonen oefenen zich gedurende 5achtereenvolgende middagen per maand in het debat. Dit debatteren betreft dan boeddhistische onderwerpen, en ze
verhoren elkaar als het ware over hun kennis van het boeddhisme. Degene die ondervraagt wordt zit op de grond, en degen die de vragen stelt staat vlak voor zijn neus. Iedere vraag die gesteld wordt gaat gepaard met een luide klap in de handen. Dit gebeurt buiten op een binnenplaats en het is een indrukwekkend schouwspel om honderden monniken gelijktijdig dit debat te zien voeren, met daarbij het geluid van klappende handen. En vaak gaat het hard tegen hard, en degenen die het goede antwoord niet weten zitten er soms bij als geslagen honden. Niet veel westerlingen zullen dit spektakel aanschouwd hebben. Wij gelukkig wel en dit was zonder meer een hoogtepunt van onze reis. We hebben er mooie foto's van gemaakt en zelfs een paar korte filmpjes.

 

De rest van de middag hadden we vrijaf om door de Tibetaanse wijk te slenteren, wat bij de kraampjes op straat te koekeloeren en de sfeer rond de Jokhang Tempel op te snuiven. 's Avonds hebben we in een goed restaurantje lekker gegeten met een Lhasabiertje erbij. De volgende morgen moesten we paraat staan om de Potala te bezoeken.


De Potala is het oude onderkomen van de huidige Dalai Lama, en is nu eigenlijk alleen nog maar van symbolische betekenis. Tibetanen maken 's morgens met hun gebedsmolen de ronde rond de Potala, en bezoekers kunnen binnen een aantal kamers en ruimtes bezoeken, nauwlettend gadegeslagen door argwanende Chinese ambtenaren. Voor het grootste deel staat het indrukwekkende gebouw gewoon leeg. Tot overmaat van ramp hebben de chinezen pal voor het gebouw een akelig communistisch plein neergezet, waar zeer provocerend de Chinese vlag wappert. Dit is natuurlijk de ideale manier om geen enkele sympathie voor chinezen meer te koesteren.
Kortom: Free Tibet!


's Middags zijn we de Jokhang tempel gaan bekijken. Dit is het kloppend hart van het Tibetaanse boeddisme. Het is hier een drukte van belang. Er zijn bedelaars in alle soorten en maten. Pelgrims maken met de wijzers van de klok mee een ronde rond het gebouw. Sommigen werpen zich bij iedere pas in de volle lengte op de straat, en maken de bedevaartsronde op deze wijze tot een bijzonder vermoeiende en langdurige bezigheid. Voor de ingang van de tempel branden grote vuren in speciale ovens waar wierook in gebrand wordt, en honderden pelgrims liggen daar op de grond in luidruchtig gebed. Een buitengewoon schouwspel, deze combinatie van beelden, geuren en geluiden! We hadden best nog een dag langer in Lhasa willen blijven om nog meer van de sfeer te absorberen. Daar zouden we dan echter geen foto's meer van kunnen maken want onze nieuwe dure digitale #@!-camera heeft het opnieuw spontaan begeven! We zullen zien wat we in Bangkok kunnen regelen, maar we willen in ieder geval nu ons geld terug en een camera van een ander merk (dan Hewlett-Packard) aanschaffen.


We moesten de volgende morgen echter vroeg paraat staan, waarna we met een privétaxi naar het vliegveld werden gebracht. Een rit van ruim anderhalf uur. Ter plekke zijn we ingecheckt voor de vlucht naar Kathmandu, die erg leuk was omdat we dwars over het Himalayagebergte vlogen en de Mount Everest ook vanuit de lucht hebben bekeken. In Kathmandu moesten we een paar uur wachten waarna we door zijn gevlogen naar Bangkok. En daarvandaan komt de
volgende update, die Marije nu al aan het schrijven is!

 

Verder naar Thailand.

Tekstvak: