Tekstvak:

Wereldreis met kinderen   

Tekstvak:

 

Home  Wie?   Blog   Foto’s  Filmpjes  Eerdere reizen    Contact

 

 

 

India

 

 

18 mei 2004

 

Het is vandaag 18 mei. Dit is de eerste update uit India. De hitte is hier van een andere orde dan ik ooit heb meegemaakt. Gisteren was het 45 graden in Delhi. Het doet me denken aan de hitte in Dead Valley.

 

Ik ben zaterdag vertrokken vanaf Schiphol, uitgezwaaid door mijn moeder, broer en schoonzus en mijn lieve vriendin die ik over een kleine drie weken weer zal zien. De vlucht naar Amman was vlot en ik heb mij zondag aangesloten bij een groep van Shoestring, waarmee ik de hele dag door Amman heb gedwaald, en de bezienswaardigheden als de citadel en het Romeinse amfitheater heb bezocht. Tevens heb ik twee niet zo snuggere Nederlandse dames het advies gegeven eerst hun benen en vooral de bikinilijn goed te scheren alvorens te gaan zwemmen in de dode zee.

's Nachts om 02.00 ben
ik naar Delhi gevlogen. In het vliegtuig heb ik meteen een slaappil ingenomen om de jetlag een beetje te weerstaan. Ik werd dus pas wakker tijdens de landing. De hitte die je op het vliegveld om 09.30 tegemoet komt is dan werkelijk onvoorstelbaar. Met een prepaid taxi ben ik naar het hotel in New Delhi gereden. Dat duurt dan nog wel een uurtje voort je er bent. 

In het hotel was mijn oude vriend Gerben reeds gearriveerd, en we zijn vervolgens de stad een beetje gaan verkennen. Eerst hebben we even iets gegeten in de McDonald, om de ingewanden niet
direct aan de Indiase bacteriën en keuken bloot te stellen. We hebben de grootste moskee van India bezocht, hebben wat rondgedwaald in de onvoorstelbare chaos in de Soek van Old Delhi, en zijn vervolgens verschrikkelijk goed gaan eten en drinken in een restaurant in de buurt van Connaught Circle.

Het hotel is volgens Indiase maatstaven ongetwijfeld uitstekend; en voor ons goed genoeg. Het vervoer hier in de stad gaat middels riksja's, die spotgoedkoop maar ook levensgevaarlijk zijn.
Nu zitten we bij een internetbedrijfje tegenover het station van New Delhi. We hebben kaartjes gekocht voor Agra, waar we morgen naartoe
gaan. Om een idee te geven van de prijs van een treinkaartje: twee retourtjes Delhi-Agra voor minder dan 10 euro. Tweede klas weliswaar. Straks gaan we wat rondslenteren in de buurt waar de handicrafts verkocht worden; ik moet natuurlijk wel een schaakspel hebben, dat Gerben dan voor mij mee terug neemt als hij zondag weer terug naar Nederland moet.
Wat ik ga doen als ik alleen ben weet ik nog niet. Ik laat het een beetje afhangen van de temperaturen. 

 

 

23 mei

 

Hier weer een bericht uit India. Ik las in de website dat de temperatuur in India een recordhoogte in Agra had bereikt  op het moment dat wij er net waren. Het was 47 graden.

Ook warmte went. Je moet niet teveel willen en bovendien is het verstandig om tussen 13.00 en 17.00 een plek met airco op te zoeken. In de grote steden zijn er gelukkig wel plekken waar dat kan, met name de filialen van Amerikaanse ketens.

De afgelopen week zijn we in Delhi en Agra geweest. In Agra staat de beroemde Taj Mahal, die door Shah Jahan werd gebouwd om zijn vrouw te eren die overleed tijdens de geboorte van hun 14e kind. Het is een prachtig monument en een van de grote attracties op deze planeet. We waren er 's morgen om 06.00 uur al vanwege de warmte en omdat de Taj heel mooi zou zijn in het ochtendlicht. Dat viel trouwens erg mee. In de namiddag zijn we de verlaten hoofdstad Fatehpur Sikri gaan bezoeken. Dat ligt een uurtje rijden met de taxi buiten de stad Agra. Het bezoek was zeer de moeite waard. Met name het openbare gedeelte (waar je dus niet voor hoeft te betalen) is een moslimplaats. Een hele grote ommuurde binnenplaats met prachtige zandstenen toegangspoorten met een tempeltje in het midden en waterpartij waar je je voeten kunt wassen als je zin krijgt je tot Allah te wenden.  Het is een mystieke plaats, zeker als er oude mannetjes in gewaden Indiase muziek gaan maken. Er is ook nog een oude stad die verlaten is vanwege watergebrek. Zeer de moeite waard om doorheen te slenteren.

 

De volgende dag hebben we in Agra de tombe van Akba de Mogul bekeken. Een fraai voorbeeld van Mogul bouwkunst, en bovendien zitten er apen waar we gezellig een uurtje mee hebben zitten babbelen.

De treinreis terug naar Delhi nam ongeveer 4 uur in beslag. ‘s Avonds kwamen we aan en gingen naar ons hotel terug waar we al eerder overnacht hadden. Er bleek echter geen water te zijn dus we zijn verkast naar de buurman, die bovendien goedkopen en beter bleek.  Gisteren zijn we wat op souvenirjacht gegaan (Gerben met name) en in de namiddag hebben we een bezoekje aan het Rode Fort gebracht. Gerben is vannacht naar Nederland teruggevlogen. Ik moet mijn tijd dus alleen doorbrengen tot Marije er over twee weken is. Ik zit te denken om richting Pushkar te gaan en dan misschien Udaipur. Dat schijnen relaxte en plezierige oorden te zijn. Ik zit ook te overwegen om naar het noorden te gaan en wat hoger gelegen gebieden op te zoeken om de warmte wat te ontlopen.

Spijtig is dat de dure digitale camera die we hadden gekocht het al op dag 2 heeft begeven. Gerben heeft hem mee terug genomen en Marije zal kijken wat ze kan doen. De foto’s op de site moeten dus even wachten.

 

India is anders. De manier waarop wij in het westen dingen doen en met elkaar omgaan is niet te vergelijken met hoe het hier gaat. Op iedere vraag zegt de Indiër “yes”. Dat schiet dus niet erg op. Ze zijn hier dol op administratieve handelingen die volstrekt overbodig zijn. Het tempo ligt laag. De hygiëne laat te wensen over. Iedere Indiër die je vriendelijk benaderd moet iets van je en probeert je te belazeren. Overal lopen sjacheraars rond. Dat is natuurlijk vervelend voor die enkeling die wel goede bedoelingen heeft. Alles is onderhandelbaar. Je moet nooit betalen wat ze van je vragen want dat is makkelijk een factor 10 teveel. Altijd van tevoren een prijs afspreken (how much?). Indiërs vinden het heel leuk om met z’n allen je aan te staren. Als je uit een taxi stapt staan er zo 10 Indiërs om je heen die je onbeschaamd staan te bekijken. Dat is even wennen. Vaak heb je het idee dat jijzelf de bezienswaardigheid bent.

De hectiek en drukte in de oude binnenstad van Delhi is onbeschrijfelijk. Ik zal dan ook maar geen poging doen. Een kleintje dan: Overal lopen koeien. Dat wisten we natuurlijk al. Ook zie je overal borstelige varkens, de nodige apen (Agra), veel honden, knapen van geiten, en enkele kameel en verscheidene olifanten. De laatste het liefst midden op het drukste plein van de stad (Connaught place).  Het vervoersmiddel is hier de riksja, gemotoriseerd of op mankracht. Verkeersregels zijn hier heel simpel: het recht van de sterkste telt.

Om de warmte te overleven en in vochtbalans te blijven drink je hier dezelfde hoeveelheid als in Nederland, met  daarbij 5 tot 7 liter water (uit fles!) extra.

 

Eten is hier erg lekker, al moet je natuurlijk heel erg goed uitkijken wat je eet en drinkt. Nooit gewoon water of ijsblokjes, nooit voedsel wat in kraampjes ligt, behalve als het net gefrituurd is. De tandori, curry’s, naan en lassis’s zijn erg lekker.

Religie speelt hier een centrale rol, en het dagelijks leven is ermee doordrenkt. Het Hindoeïsme is de belangrijkste religie, maar er is ook Islam en Jain. Een enkele boeddhist zie je ook. Er zijn vele tempeltjes waar de meest exotische hindoegoden aanbeden worden. Er schijnen er duizenden te zijn. Ik ken inmiddels Brahma (de schepper), Vishnu (de bewaarder) en Shiva (de vernietiger). Onze vrolijke vriend Ganesha met zijn olifantenkop is hier ook bijzonder populair.

Ik krijg trek en ga zo wat eten. Daarna ga ik teug naar mijn hotelletje om wat koelte te zoeken en wat te lezen.

 

 

26 mei

 

Een bericht uit Pushkar. Dit is een heilig Hindoestadje en het is gebouwd rondom een klein meer waar allemaal ghats zijn. Bij deze ghats baden de inwoners 's morgens en 's avonds in het heilige water. De hitte is zodanig dat de mussen, wantrouwig als ze zijn, het spreekwoordelijke dak mijden. 
Toch heb ik kans gezien om verkouden te worden. Aangezien het nog niet onder de 35 graden is geweest, is hiermee het bewijs geleverd dat de term "verkoudheid" niet klopt.

Ik heb inmiddels de juiste tactiek om met lastige Indiërs om te gaan. Het beste is de touts volkomen te negeren, en tegen anderen een
strenge toon aan te slaan, alsof het een stout kind betreft. Ik zie ook andere reizigers deze tactiek toepassen. De echte oplichters rond de stations en mannetjes die je willen vastpakken hebben meteen een lel van mij te pakken. Dat werkt goed.

Ik ben hier nu twee dagen. Er is op zichzelf weinig te zien, maar het is hier wel rustig en relaxed. De touts zijn hier minder vervelend dan in Delhi in Agra, en als je de zigeunermeisjes en de mannetjes die je een bloem in het heilige water willen laten gooien van je af weet te slaan, dan wordt je weinig lastig gevallen. Ik
doe weinig. Er zijn wel wat Hindoetempels in de buurt, maar ik voel weinig behoefte die allemaal te gaan bezoeken. Ik zit in een groot gebouw met wat koloniale kenmerken en vooral vergane glorie. er is een mooie tuin met een mangoboom en de tuin eindigt bij de heilige brug aan het meertje. Je mag er alleen blootsvoets overheen lopen. Aan de voorzijde van mijn kamer is een balustrade waar je wat kunt lezen en naar de apen en pauwen kunt kijken die daar rondscharrelen. 's Avonds vliegen er knapen van vleermuizen. Ik doe weinig. Ik lanterfanter wat in het stadje, ontbijt met een heerlijke lassie en lunch met een cheese/tomato-sandwich. Op mijn balustrade heb ik inmiddels redelijk wat uurtjes zitten lezen; iets wat ik altijd graag gedaan heb, maar de laatste jaren er veel te veel bij in is geschoten. Mijn geliefde Ipod houdt me gezelschap. Er zijn momenteel vrijwel geen reizigers in dit voormalige hippieoord, wat overigens volledig vegetarisch en non-alcoholisch is. Zelfs eieren zijn hier niet te krijgen. Dit zijn voor mij niet direct doorslaggevende redenen om mij hier definitief te willen vestigen.

Morgenavond verlaat ik Pushkar en ga met de nachttrein naar Udaipur. De meest romantische stad van Rhajastan, zo heb ik mij laten vertellen, en bovendien het decor
van de James Bond film "Octopussy". Ik ben benieuwd.

 

 

27 mei

 

Touts zijn mannetjes die in ruil voor commissie argeloze toeristen naar hotels of souvenirwinkels moeten lokken... Leuk volk. Verder is het nog steeds erg warm, ik ben snotverkouden en ik heb straks de nachttrein naar Udaipur. Het zal mij benieuwen. Morgenochtend heel vroeg kom ik dan daar aan. Vanuit Udaipur zal ik weer een nieuwe update maken.

 

 

31 mei

 

Beste mensen,

 

Op een mooie pinksterdag een bericht uit Udaipur. Als ik mijn vorige stukjes doorlees lijkt het of India slechts bevolkt is door gespuis. Tijd voor een nuancering derhalve. Als je in dit land arriveert zijn de eerste mensen waar je mee te maken krijgt commissieopstrijkende rikshaw-chauffeurs, louche hoteleigenaars en halsstarrige touts. En dat is dan alleen maar in de grote steden. Gelukkig is de gewone Indiër zeer vriendelijk, erg nieuwsgierig en zeer hoffelijk. Ik heb inmiddels verscheidene leuke ontmoetingen met de gewone bevolking gehad. Wat te denken van de jongetjes bij de grote moskee in Delhi, die aarzelend  een praatje kwamen maken. Of die man die breed lachend op mij af komt, mij de hand schudt en mij hartelijk welkom in zijn land heet. Of dat schattige driejarige meisje dat mij in de trein van Ajmer naar Udaipur gezelschap kwam houden en in trance raakte toen ik haar de muziek van Astor Piazolla liet horen. En haar vader die toen bij me kwam zitten en mij zeer bezorgd waarschuwde dat ik ‘s nachts echt heel erg voorzichtig moest zijn omdat er wel eens dieven de trein inkwamen. Of die handelaar in miniaturen die mij vroeg of ik alsjeblieft de CT-scan van zijn vrouw wilde beoordelen. Of die man en vrouw op dat bankje die perse wilden dat ik een Indiase snack met hun zou delen. Weigeren was uitgesloten. Tevens ben ik inmiddels te bezichtigen in verscheidene Indiase fotoalbums, want men wil hier erg graag samen met mij op de foto. Kortom, er is niets mis met de gewone bevolking hier. Integendeel.

 

Na een vermoeiende rit met de nachttrein vanuit Ajmer, die overigens geen 6 maar 12 uur duurde, ben ik in Udaipur aangekomen. Deze stad in het zuiden van Rajahstan ligt aan een meertje. Op dat meertje zijn een tweetal paleizen gebouwd, waarvan eentje nu een buitengewoon luxe hotel is (City Palace Hotel), en de andere in staat van verval dreigt te geraken (Jag Mandir). Beide paleizen zijn het decor geweest van “Octopussy”, de James Bond film. Ik heb een hotelletje aan het water bemachtigt, en heb een schitterende kamer met Indiase elementen en uitzicht over het water. Vanuit mijn bed zie ik het City  Palace Hotel en vrouwen in hun kleurige saree’s baden, en  koeien van de ene naar de andere kant zwemmen. Er is airco, een redelijke badkamer, en zelfs een klein TV’tje met kabel, zodat ik het nieuws op BBC-World kan volgen. Het is zelfs zo erg dat ik ontbijt op bed laat brengen... Toeristen zijn hier nagenoeg niet, dus ik ben inmiddels een bekend gezicht hier in de stad.

 

Gisteren heb ik het City Palace bezichtigd, alwaar vele Maharadja’s in de loop der tijden hebben gewoond en ook stukken aan het paleis hebben toegevoegd. Uit de schilderijen die daar hangen blijkt dat het afhakken van koppen ook hier in vroeger dagen een geliefd tijdverdrijf was. Vervolgens heb ik een boottochtje gemaakt naar de bovengenoemde paleizen en daarna heb ik door de oude binnenstad vol kronkelige straatjes gevuld met handelaren, koeien en brommers een eindje rondgestruind. Ik heb twee prachtige miniatuurtjes, geschilderd op marmer, na langdurige onderhandelingen in mijn bezit gekregen. ‘s Avond heb ik in een rooftoprestaurant met uitzicht over het meer een taaie kip gegeten, en bier gedronken die mij werd geserveerd in een theekopje, en ingeschonken uit een theepot. Het openlijk schenken van bier is hier kennelijk verboden, of wordt op zijn minst niet erg geapprecieerd. Uiteraard werd Octopussy gedraaid. Onderweg naar  mijn hotel kwam ik in een of andere religieuze processie vol met muziek, vuurwerk en felle lampen terecht. Geen idee waar het over ging.

 

Ik heb nog een weekje te gaan voordat ik mijn lieve vriendin ga oppikken in Delhi. Dan zijn we gelukkig weer samen. Morgenochtend verlaat ik het aangename Udaipur en vertrek ik per bus naar Jodhpur; de blauwe stad. Mijn plan is om vervolgens naar Jaipur te gaan; de roze stad, en dan voorzichtig richting Delhi te gaan. En dan??

 

 

3 juni

 

Dag allemaal,

 

 Het is vandaag een kille dag in Jaipur, met een temperatuur van slechts 44 graden. Jaipur is de roze stad en heeft nogal wat dingen die de moeite van het bezoeken waard schijnen te zijn. Onder andere het Paleis der Winden en even buiten de stad het Amber Fort. Bovendien is er een dierentuin, iets waar ik altijd genoegen aan beleef. Ik denk dat ik hier een paar dagen blijf en zondag dan naar Delhi ga.


Een paar dagen geleden heb ik het prettige stadje Udaipur verlaten en ben met de bus naar Jodhpur gegaan. Een rit van ongeveer 7 uur door het dorre en woestijnachtige landschap van Rajahstan. De vegetatie is van het stekelige soort en de snelweg tussen Udaipur en Jodhpur is wat wij een geasfalteerd landweggetje zouden noemen. Dat neemt niet weg dat er volgens Indiase maatstaven gemakkelijk drie vrachtwagens elkaar gelijktijdig kunnen passeren. In Jodhpur heb ik mijn intrek genomen in een sfeerloze guesthouse met een ongeïnteresseerde eigenaar en een kamer met Airco waar 's nachts lichtflitsen uitkwamen. De eerste indruk van de stad was niet zo gunstig; druk
, vervuild en lelijk. De volgende dag ben ik 's morgens het oude fort gaan bekijken. Dit ligt boven op een heuvel en het uitzicht is werkelijk adembenemend. Jodhpur wordt de "blauwe stad" genoemd, omdat de meeste huizen in de oude stad blauw zijn geschilderd. Als je dat van bovenaf aanschouwt dan is dat een wonderlijke aanblik. Hopelijk zijn de foto's gelukt.

 

In de middag heb ik de koelte van de airco opgezocht en 's avonds ben ik gaan eten in een volgens mijn reisgids redelijk restaurant. Het zag er inderdaad gezellig uit, ware het niet dat ik de enige gast was. Omdat een mens toch moet eten ben ik daar toch maar in de gezellig verlichte tuin neergestreken. Ik telde maar liefst 7 obers, die volgens mij niets anders te doen hadden dan mij te bedienen. Erger werd het toen er opeens een aantal mannetjes verschenen die in allerijl een soort van kerstboomverlichting in de bomen van de tuin gingen ophangen. Tot overmaat van ramp verscheen er toen ook nog een negenkoppig muziekgezelschap dat in vol ornaat uitgebreid begon te musiceren en dansen. Ik heb het uit beleefdheid nog 10 minuten volgehouden en ben toen snel vertrokken. Soms is het gewoon mooi geweest.

 

 

4 juni

 

Dag allemaal,


Een groet uit Jaipur waar ik mij nu 3 dagen bevind. Jaipur is de hoofdstad van Rajahstan en onderdeel van de Gouden Driehoek Delhi-Agra-Jaipur. Jaipur is wel een geinige stad, met een ommuurde oude stad die volledig oranjeroze is geschilderd. In de oude stad heb je onder andere het Paleis der Winden, welke ik donderdag heb bezocht. Tevens heb ik er een aantal uren rondgestruind en dat is best leuk, want er is erg uiteenlopend verkeer op straat, variërend van bussen en riksja, tot ossenkarren, kamelen en olifanten. Ik heb een ongehoord groot exemplaar gezien met een schofthoogte van wel
5 meter, denk ik. Weer eens wat anders dan het Vrijthof in Maastricht.

Ik heb een heerlijk hotelletje gevonden, iets buiten het centrum. Een mooie kamer met eigen badkamer, een hemelbed, Indiaas meubilair, airco, kabel-tv en ontbijt op bed. De prijs ligt eigenlijk iets boven mijn budget, maar voor 800 roepies (iets meer dan 15 euro) kon ik het toch niet laten schieten. Ook kun je hier redelijk eten, en er is Internet. Er is slechts een klein minpuntje; nauwelijks de moeite van het vermelden waard: ze hebben geen bier!


Vrijdag heb ik weinig gedaan. Ik voelde me niet helemaal 100% fit en ben pas in de namiddag wat gaan shoppen in de stad. Helaas heb ik niets gevonden wat mijn kooplust opwekte. 's Avond heb ik lekker gegeten (Butter chicken masala en paneer met chapati's, en een biertje!) in een restaurantje in de stad, en vandaag heb ik met een motorriksja het beroemde Amber Fort bezocht, een eindje buiten de stad. Een bijzonder fraai bouwwerk en er lopen daar veel olifanten rond, en dat is ook wel lollig. Ook is daar een klein meertje waar olifanten en koeien liggen
te poedelen.
Ik ben zojuist teruggekeerd en ga zodadelijk in de koelte mijn boek uitlezen. Morgen vertrek ik richting Delhi om Marije op te halen die maandagmorgen zal arriveren. Wat de plannen dan zijn is nu nog niet duidelijk. Marije zal even willen acclimatiseren, en wellicht gaan we daarna naar het noorden, richting de uitlopers van de Himalaya.

Voor het overige eigenlijk alleen maar goed nieuws. Marije heeft per 1 oktober een baan als arts in het ziekenhuis in Roermond, en ik zal per 1 oktober gewoon mijn opleiding in het azM gaan starten, want de salariëring is naar tevredenheid geregeld.
Mijn knie houdt het tot dusverre goed en ik heb geen noemenswaardige fysieke problemen gehad. Kijken of we dat zo kunnen houden.

 

 

10 juni

 

Hier weer een berichtje uit Delhi. Ik (Michiel) heb zondagochtend Jaipur verlaten en ben met de bus naar Delhi gegaan. Het was een dure bus, maar deze zou dan ook airco hebben. Dat had hij inderdaad, alleen werkte het niet.

In Delhi ben ik ingecheckt in hotel Metropolis, op de Pahar Ganj (main bazaar); het gezellige drukke deel van New Delhi, tegenover het station. Maandagochtend ben ik Marije op gaan halen, en zonder vertraging arriveerde ze om 10.00. Fijn om weer samen te zijn, want ofschoon ik mij in mijn eentje goed heb vermaakt, is alleen natuurlijk ook maar alleen.

Het weer was omgeslagen, want de dag dat Marije arriveerde was het slechts 35 graden, en de volgende twee dagen zelfs nog wat lager. Een verademing. Vandaag (donderdag) lijkt het al weer knap heet te worden.

 

Marije en ik hebben samen nog tweeënhalve dag in Delhi vertoeft. We hebben rond de Jama Masjid rondgehangen, zijn de Lotustempel van de Bahai gaan bekijken en zijn bij een prachtige tombe van iemand geweest die van zeer groot belang was, maar mij op dit moment helaas even ontschoten is. Verder hebben we lekker gegeten en ook gerelaxt. We hebben de plannen enigszins gewijzigd; we gaan niet naar het noorden van India, maar vertrekken straks per trein naar Agra, want Marije moet de Taj Mahal natuurlijk ook gezien hebben. Morgen hebben we de nachttrein naar Varanasi, waar we een paar dagen zullen vertoeven, en vervolgens zullen we richting Nepal gaan. Varanasi (het vroegere Benares) is een van de highlights van deze reis. Het is de heilige stad aan de Ganges, en als je als Hindu het geluk hebt daar ter plekke te overlijden, dan ga je rechtstreeks het Nirwana in en hoef je niet eerst nog talloze malen te reïncarneren. Dat scheelt natuurlijk een slok op een borrel, die daar overigens niet geschonken wordt. Varanasi is ook bekend om zijn talloze Ghats, waar de Hindu;'s baden en er zijn ook een aantal "burning Ghats", alwaar 24 uur per dag lijken gecremeerd worden. De as en wat niet verbrand is gaat rechtstreeks de Ganges in. Heilige mannen, zwangere vrouwen en baby's gaan sowieso rechtstreeks de rivier in. Het is de rivier waarvan Mark Twain zei:"geen enkele zichzelf respecterende microbe kan in zulk water overleven". Kortom, we zijn benieuwd.

 

 

15 juni

 

Dag allemaal. Een groet van ons uit Benares, wat tegenwoordig Varanasi heet.

 

Afgelopen donderdag zijn we samen naar Agra gegaan om de Taj Mahal te bewonderen. Erg indrukwekkend bouwwerk en terecht een van de wereldwonderen. De volgende dag hebben we het Rode Fort van Agra bezocht en hebben we gezien waar Sjah Jahan zijn laatste dagen sleet, nadat hij door zijn zoon gevangen was gezet omdat de bouw van de Taj Mahal wat veel centjes had gekost, en pa bovendien het idee had opgevat om nog een Taj Mahal te bouwen, maar dan van zwart marmer. Een troost is dat pa wel tot zijn dood een buitengewoon fraai uitzicht had op de tombe waar zijn geliefde echtgenote was begraven. 

 

's Middags hebben we wat geluierd aan de rand van het zwembad van ons hotel en daarna zijn we per nachttrein naar Varanasi vertrokken. Een vreselijke rit, want het zat stampvol lawaaiige Indiërs en de slaapbanken zijn Spartaans hard en bovendien moet je daar je bagage ook nog op kwijt.

 

Zaterdagmorgen hebben we gelijk het mooiste hotelletje opgezocht in de stad en na wat slaap te hebben ingehaald zijn we richting de Ghats gegaan. Dit zijn de trappen tot in de rivier de Ganges waar de rituele wassingen moeten worden uitgevoerd. En niet alleen dat; er wordt kleding in gewassen, geürineerd, uit gedronken, gebruikt als vuilstortplaats en het meest fascinerende, gebruikt als 's lands grootste crematorium. Maar nee!! De Ganges is de meest reine rivier in India!

Het lijk wordt door familieleden de Ghat opgedragen, gehuld in rode, witte en/of gouden gewaden. Vrouwen zijn overigens niet welkom bij dit ritueel omdat zij te emotioneel zouden zijn en kunnen gaan huilen. De geest gaat dan ongelukkig naar het Nirwana, en dat heeft men hier liever niet. Vervolgens wordt de ontslapene gewassen in de Ganges en op een brandstapel gelegd. Een naast familielid, altijd een man, gaat zichzelf kaalgeschoren en in het wit gekleed wassen in de Ganges om rein te worden. Hij is degene die de brandstapel mag aansteken met heilig vuur dat al 2000 jaar in Varanasi brandende wordt gehouden.

 

Het lijk heeft ongeveer 3 uur nodig om te verbranden en er is ongeveer 360 kg hout voor nodig. De oogbollen barsten als eerste open als sissende kastanjes en daarna vat het lichaam vlam. Hoe dikker het lijk, hoe beter het brandt. Door de hitte trekken de spieren samen en aangezien de flexoren sterker zijn dan de extensoren trekt het lijk zich in een foetushouding. Bij mannen blijft er vaak een stuk van de borstkas onverbrand, en bij vrouwen een deel van het bekken. Het hoofd brandt heel goed, omdat de hersenen relatief veel vet bevatten. Het onverbrande deel wordt door de in het wit geklede naaste uit het vuur gevist en in de Ganges gegooid, waarna de vissen en raven het karwei afmaken.

 

Niet iedereen heeft het geluk op deze wijze het Nirwana te betreden. Gisteren spoelde er een lijk aan van een onbekende man, die wellicht gewoon was verdronken. Men heeft hem toen uit het water gehaald en op de wal gelegd in de hoop dat iemand hem zou herkennen. Dat is niet gebeurt, en hij is weer teruggegooid in de rivier en wij zagen hem vanmorgen tijdens het ontbijt in verregaande staat van ontbinding dobberen in het water voor ons hotel. Zo lost men hier in Benares dit soort problemen op.

 

We gaan zo terug naar ons hotel en hopen dat we niet struikelen over de geweldige hoeveelheid koeien of hun excrementen. Vanavond gaan we chocoladetaart eten want Marije is jarig!!!

 

Verder naar Nepal.

Tekstvak: