Tekstvak:

Wereldreis met kinderen   

Tekstvak:

 

Home  Wie?   Blog   Foto’s  Filmpjes  Eerdere reizen    Contact

 

 

 

Laos

 

21 juli

 

Hier een eerste bericht uit een broeierig Laos. Laos ziet eruit zoals Thailand 100 jaar geleden. Dat vermoed ik (Michiel) althans. Het land is groen en bergachtig, waardoor landbouw erg lastig wordt. In de bergen, met name in het noorden leven betrekkelijk afgezonderde hilltribes. Er zijn een paar steden, zoals Luang Prabang (waar we nu zijn). Vientiane (de hoofdstad) en Vang Vieng. Dit zijn geen echte steden maar wat wij kleine dorpjes zouden noemen. Het land heeft geen industrie en en er zijn vrijwel geen wegen of andere infrastructuur. De belangrijkste wegen zijn de rivieren. Tegenwoordig schijnt er een redelijke weg te zijn tussen Luang Prabang en Vientiane, de twee belangrijkste steden. Laos is ooit door de Fransen gekolonialiseerd, en dat vind je nog steeds terug in het land in de vorm van heerlijke baguettes en croissants.

Drie dagen geleden zijn we vanuit noord Thailand (Chiang Kong) de grens overgestoken naar Laos. Dat betekent dat je met een Long-tail de Mekong oversteekt. Aan de overkant hebben we in het Laotiaanse dorpje Houei Sai in het guesthouse van de vriendelijke doch praatgrage mevrouw Chan Pengh gegeten en overnacht. In het dorpje valt verder weinig te beleven en het is de vertrekplaats van de slowboat richting Luang Prabang. Dat zijn houten schepen waar 50 tot 100 man in kunnen, zowel toeristen als lokale bevolking. In twee dagen tijd vaar je over de Mekong naar LPB, met een overnachting in het dorpje Pak Beng. Het is een ervaring die pas achteraf leuk is want je zit opeengepakt op houten plankjes van 20cm breed en iedere dag vaar je zo'n 6-7 uur. Bovendien heeft er pal naast ons gedurende een paar uur een vreselijk kakelende Laotiaanse juffrouw gezeten waar we behoorlijk gek van werden. Het is behoorlijk afzien en we hebben nu even genoeg gevaren. Aan de andere kant is het wel weer een manier van reizen die tamelijk bijzonder is, en gewone wegen naar Luang Prabang zijn er vanuit het noorden nu eenmaal niet.

 

In Pakbeng hadden we een guesthouse met een kamer met ventilator en klamboe voor maar liefst 3 euro. Daar hadden we dan wel een eigen "badkamer" bij, met daarin een ongeïnviteerde kikker. 's Avonds hebben we onverwachts lekker gegeten in een restaurant dat gerund werd door een verdwaalde Indiër. Uitstekende Butter Chicken Masala en Malai Kofta! Jammer genoeg ging Marije 's avonds over haar nek. Geen idee wat de oorzaak was. Daarna was ze gelukkig weer kiplekker.


De volgende dag zijn we zonder enige twijfel op het nippertje aan een wisse dood ontsnapt. Je leest wel eens in de krant dat er in één of ander obscuur land op een rivier een schip is gezonken en dat alle opvarenden (en dat zijn er meestal heel veel) zijn omgekomen. Toen wij 's morgens wegvoeren bleek de motor van ons schip er mee te stoppen en stuurloos dobberden we over de kolkende Mekong, op weg naar puntige rotsen en woeste draaikolken. Vraatzuchtige krokodillen lagen ongetwijfeld reeds met opengesperde kaken likkebaardend te wachten en langs de oever waren wilde horden
kannibalen inmiddels druk bezig met het opstoken van de kookpot. Gelukkig kwam er rap een ander schip op ons afgevaren, die ons enterde en heeft teruggesleept naar het haventje, alwaar de motor werd gerepareerd. En jullie moeten niet denken dat ik overdrijf!

 

In de namiddag kwamen we aan in Luang Prabang. Dit stadje is in zijn geheel op de erfgoederenlijst van de Unesco gezet, omdat het stadsgezicht zo bijzonder is en omdat er zoveel bijzondere tempels zijn. We hebben een lekker hotelletje met warme douche en airco voor 10 euro weten te bemachtigen en 's avonds hebben we de gok genomen om in een Frans restaurant te gaan eten. En wat denk je? Uitstekend! Lekkere koele witte wijn en als voorgerecht tomaten met mozzarella en gebakken camembert. En goede biefstuk. Een aangename verrassing in een land waar je dit niet snel verwacht.Vandaag hebben we door het stadje gekuierd en de sfeer wat opgesnoven. Ook hebben we wat tempels bezocht en wat mooie winkeltjes bekeken. Zodadelijk gaan we naar één of andere dansvoorstelling om wat cultuur op te doen en daarna gaan we Laotiaans eten. Vanavond gaan we nog even naar de avondmarkt en wat we morgen gaan doen zullen we dan wel weer zien.

 

 

25 juli

 

Beste mensen,

 

Hier is een kleine update uit Laos, waar de monsoon krachtig heeft toegeslagen, hoewel niet zo erg als in Bangladesh, zoals ik net op de website van de Volkskrant zag.

 

Laos is een prachtig land, volledig groen en voor een groot deel onbedorven. Het toerisme is snel groeiende maar staat nog steeds in de kinderschoenen. Als de mensen hier in de gaten gaan krijgen hoe mooi hun land is, en dat ze de boel niet moeten verzieken zoals dat bijvoorbeeld in grote delen van India is gebeurd, dan wacht Laos een mooi toekomst als vakantiebestemming op ecologische basis. De mensen zijn hier gelukkig niet helemaal achterlijk. Er wordt gekapt, met name fijne houtsoorten als Teak en rozenhout en palissander worden bedreigd. Daar staat tegenover dat ieder jaar ergens in juni elke Laotiaan verondersteld wordt een boom te planten.

 

Laos is erg vruchtbaar en de bodem schijnt rijk te zijn aan kostbare grondstoffen, die echter niet of moeizaam gewonnen kunnen worden omdat het land voornamelijk bergachtig is en weinig infrastructuur kent. In feite heeft het land alles te bieden wat je maar zou kunnen wensen. Echter de roerige geschiedenis heeft er mede toe geleid dat de ontwikkeling hier stil heeft gestaan, en dan doel ik met name op de oorlogen die in Zuidoost Azië zijn uitgevochten. Er is geen land in de regio waar zoveel bommen op zijn gevallen als op Laos. Onze Amerikaanse bemoeizuchtige vrienden hebben in de jaren 60 op iedere Laotiaan gemiddeld 7000 kg bommen gegooid teneinde communisten te verdrijven. In de oerwouden in Noord-Laos liggen nog onwaarschijnlijke hoeveelheden onontplofte bommen.

 

Hoe dan ook, in Luang Prabang was daar niets van te merken. Wij hebben woensdagavond een Laotiaanse dansvoorstelling bezocht in het Koninklijk Theater. Dit klinkt meer dan het was; de voorstelling was grappig en kleurrijk en tamelijk onbeholpen en voor ons als westerlingen was het volstrekt onduidelijk waar het over ging. De volgende dag hebben we weinig gedaan. We hebben uitgeslapen en wat gelezen en in de namiddag zijn we naar een Laotiaanse sauna geweest. Dat was wel leuk. Onder het gebouwtje wordt een groot vuur gestookt waar water wordt gekookt met daarin allerlei heilzame kruiden. Via een buis komt de stoom dan in een klein hokje waar je dan gaat zitten zweten, gezellig samen met de lokale bevolking. Mannen en vrouwen overigens strikt gescheiden, dat wel. Na een minuut of 10 ga je eruit. Je mag dan niet douchen want de heilzame kruiden moeten in de poriën trekken. Tijdens het afkoelen drink je vieze maar o zo gezonde kruidenthee, terwijl de lokale mensen gespannen naar een tetterende televisie kijken waar één of andere Chinese soap wordt uitgezonden. Als je afgekoeld bent ga je nog een keer. Heerlijk ontspannend. Ook heb ik nog kans gezien om een authentiek Laotiaans schaakspel te bemachtigen, en Marije kon zich niet inhouden bij de kraampjes met gekleurde stoffen. Wij zijn daarna in een restaurant (de Indochina Spirit) buitengewoon goed gaan eten. Je zit op de grond met kussentjes aan een laag tafeltje en we hebben gemengd Thais en Laotiaans gegeten. De Laotiaanse keuken lijkt erg op de Thaise, maar ze heeft ook wat specifieke gerechten, zoals gefrituurde algen met sesamzaad. Zeer smakelijk overigens.

 

De volgende morgen is Marije om 06:00 naar de hoofdstraat gegaan om de bedelronde van de monniken te bekijken. Met een mandje om hun riem bedelen ze hun dagelijkse voedsel, en de plaatselijke bevolking schenkt ze volgens goed gebruik een bal kleefrijst. Wij zijn daarna in een minibusje in de stromende regen vertrokken naar Vang Vieng. Een tocht van een uur of 7 door een werkelijk prachtig landschap. Na het inchecken in een guesthouse zijn we een pizza gaan eten terwijl ondertussen de controversiële film Fahrenheit 9/11 vertoond werd. Een aanrader.

 

Vang Vieng is een backpackershaven. Het is een plaatsje van niets, maar er zijn allerlei guesthouses en restaurantjes die strijden om de gunst van de backpackers middels happy hours, goedkope cocktails en het draaien van illegaal gekopieerde recente films. De grootste attractie is de prachtige omgeving in de vorm van bergen, rijstvelden, grotten en rivieren. Er is een keur aan outdooractiviteiten en zodoende hebben wij de volgende dag een tour geboekt met daarin wandelen in de omgeving, het bezoeken van een aantal grotten, en 's middags tubing over de rivier. Het was een zeer geslaagde dag. De omgeving is fantastisch met allemaal etnische dorpjes waar je doorheen loopt. De grotten zijn groot en eng. Twee weken geleden is er een Argentijn in verdwaald waar nooit meer iets van vernomen is. Eén van de grotten kun je alleen maar zwemmend of met een tube binnenkomen. Wonderlijk om drijvend in de binnenband van een auto steeds verder een grot in te drijven waar het steeds donkerder wordt tot je uiteindelijk niets meer ziet. Dan moet je een stuk tijgeren op je buik om weer in een deel te komen waar je weer rechtop kunt staan. Vervolgens moet je in het pikdonker (zaklamp) door een onderaardse rivier waden. Spannend en niet helemaal zonder gevaar. Na de lunch zijn we gaan tuben. Dat houdt in dat je in diezelfde autoband ergens de rivier opgaat die redelijk snel stroomt. Vervolgens dobber je met de stroom mee langs het prachtige Karstgebergte en rijstvelden en na een aantal kilometers ben je dan weer in Vieng Vang. Ook erg leuk en niet gevaarlijk.

 

Vandaag doen we weinig. Vandaar dat ik ook tijd neem om alles eens uitgebreid op te schrijven. We hebben uitgeslapen en laat ontbeten. Het is opnieuw regenachtig dus we zijn naar een van de restaurantjes gegaan en hebben daar een speelfilm opgezet: Pirates of the Carribean dit keer. Marije ligt daar nu nog te luieren met haar boek, en ik ga haar zo eens opzoeken. Tijd voor een cocktailtje immers!

 

Morgen gaan we naar Vientiane. Van daaruit melden we ons wel weer.

 

 

29 juli


Vientiane is een redelijk kleine overzichtelijke stad die koloniaal aandoet met brede lanen waarlangs bomen en lantaarns staan. En zelfs een soort eigen Arc de Triomphe. Wel grappig om te vermelden is dat deze gebouwd is met Amerikaans beton dat eigenlijk bedoeld was voor de luchthaven. Kennelijk deed toen ook niet iedereen blindelings wat de Amerikanen wilden. De franse brie en stokbrood ontbreken ook niet in het Franse stadsbeeld. Het is hier wel weer druk vergeleken met het noorden en de betonnen gebouwen worden uit de grond gestampt.

 

We hebben 2 fietsen gehuurd compleet met mandjes voorop en zijn zo twee dagen de stad gaan verkennen.
Maandag zijn we richting twee enorme markten gegaan waar de halve bevolking van de stad rondloopt. Er wordt met name veel troep verkocht, van plastic bloemen, kunststof jurkjes, bergen gekopieerde cd's en dvd's en natuurlijk souvenirs. Wel apart is de snake wine. Deze is goed tegen reuma en spierpijn door de heilzame werking van de twee slangen en een schorpioen die in hun geheel in de fles zitten.


De volgende dag zijn we naar de Wat Pha That Luang gegaan. In deze grote goudkleurige stoepa zou zich een haar en de as van de heup van Boeddha bevinden. Het is een kleurrijk geheel vooral als de monniken in knaloranje gewaden rondlopen. En aangezien ze vroegen of wij met ze op de
foto wilden, hebben wij hen ook gelijk even vastgelegd. Hier vlakbij was een authentiekere markt te vinden. Hier zijn niet alleen het groente en fruit vers te krijgen maar ook de vis, kikkers, slangen en maden. Het vlees is misschien wat minder vers aan de hoeveelheid vliegen te zien.
's Avonds zijn we weer de sauna ingedoken. Deze keer in een houten hutje op het terrein van een tempel en gelukkig zonder tv. Ik had het na een keer wel gezien en heb een echte Laotiaanse massage genomen. Best lekker maar hierna had ik ineens spierpijnen die ik eerder
nog niet had. Hierna hebben we heerlijk gegeten (wanneer niet?) in een stampvol Laotiaans restaurant met live muziek om ons te vermaken.


Donderdag was het weer tijd om richting Thailand te gaan, ditmaal via de Friendship bridge over de Mekong. De brug is een kilometer lang. Vanuit Thailand lopen er rails overheen maar deze lopen slechts tot aan het midden van de brug want in Laos is er te weinig geld om ze de rails door te trekken. Op het station in Thailand kwamen we er helaas achter dat we opnieuw treinkaartjes konden kopen naar Bangkok. Dit hadden we in Vientiane al gedaan dachten we maar de voucher bleek niet geldig. Dus niemand meer naar A-Rasa Tour in Laos!!!


Laos is een prachtig land, authentiek, prachtige natuur en ontzettend vriendelijke mensen met nu nog een goede mix van rust en bereisbaarheid. Ik ben blij dat we het nu gezien hebben ook al was het maar 10 dagen. Ik zou het iedereen aanraden en wacht niet te lang want of dat over 10 jaar ook nog zo is...

Tekstvak: