Tekstvak:

Wereldreis met kinderen   

Tekstvak:

 

Home  Wie?   Blog   Foto’s  Filmpjes  Eerdere reizen    Contact

 

 

 

Cambodja

 

2 augustus

 

Beste mensen,

Tijd voor weer een update, ditmaal vanuit Siem Raep in
Cambodja.


Afgelopen donderdag zijn we 's morgens vroeg met de nachttrein vanuit Laos in Bangkok aangekomen. De dag stond met name in het teken van dingen regelen. Zo moesten er bankzaken en computerzaken geregeld worden, er moest een pakket naar Nederland gestuurd worden en er moest een trip richting Cambodja geregeld worden. Dat nam niet weg dat we 's avonds heerlijk op Khaosan Road achter het bier hebben gezeten.
De volgende morgen zijn we vroeg richting de grens met Cambodja vertrokken. Dat is een uur of 5 rijden over de goede Thaise wegen. Bij de grens kwamen we meteen in aanraking met
de beruchte Cambodjaanse corruptie; niet alleen bleek het visum duurder te zijn dan officieel was aangegeven, maar ook het stempel in het paspoort bleek 100 Baht te kosten. Op de vraag waarom we daar voor moesten betalen kregen we als antwoord dat iedereen 100 Baht moest betalen. Nou ja.

Siem Reap is de stad bij Ankor en het moet gezegd worden, het is niet voor niets een van de wereldwonderen.
De eerste dag hier stond meer in het teken van uitrusten, met name voor mij (Marije) dan. De reisdagen hiervoor waren vermoeiend geweest. Michiel is 's middags richting het drijvende dorp op het Tonle Sap, het grootste meer van Cambodja gegaan. Ik heb wat gemist, zo schijnt het. De foto's zijn in ieder geval prachtig.
De afgelopen 2 dagen zijn we op pad geweest op het terrein van Ankor. Het is een gebied van 20 bij 20 km waarop een grote
hoeveelheid tempelcomplexen, waarvan de helft nog midden in de jungle staat. We hebben ons steeds in een tuk-tuk laten rondrijden wat een prima manier van transport is hoewel de chauffeur wel een bochtenfobie had en deze dan ook elke keer langdurig en luid toeterend instuurde.


We zijn begonnen bij de bekendste tempel van allemaal, Ankor Wat. Deze tempel stamt uit de twaalfde eeuw (zoals de meeste hier) en is gebouwd om de heilige Mount Meru weer te geven waar omheen continenten liggen en omringd door de 190 meter brede gracht die de oceaan voorstelt. Het is een prachtig schouwspel als je over de gracht dit gigantische complex nadert om na de toegangspoort zicht te krijgen op de vijf torens van de tempel zelf. De trappen naar de top zijn ontzettend steil want het mag natuurlijk geen makkelijke opgave zijn om de goden te bereiken. Je komt
langs stukken muur met schitterend uitgesneden figuren die glimmen van alle aanrakingen. Van dit steenhouwen is ook de Bayon Tempel in de Ankor Thom een geweldig voorbeeld. Wat van een afstand een vervallen ruïne lijkt, wordt ineens een bijzondere en mystieke plek als je de eerste twee trappen op bent geklommen. Hier zie je pas dat alle torens aan vier kanten een glimlachend gezicht hebben gekregen. Als je tussen 261 gezichten van 2 meter hoog loopt, dan is dat indrukwekkend. De oude vrouw die de wierook brandend houdt draagt nog meer bij aan de mysterieuze sfeer hier.
Op een heel andere
wijze doet Ta Prohm je verstelt staan. Bij deze tempel zijn ze ooit met restaureren begonnen maar het bleek onmogelijk om de bomen te verwijderen zonder de tempel geheel te verwoesten. Er is toen besloten om de jungle dan zijn gang maar te laten gaan. Het resultaat is een schitterend schouwspel van woudreuzen bovenop de ruines waarlangs dikke wortels omlaag lopen die zich in elke kier tussen de stenen wringen. De beelden die nog staan zijn grotendeels met allerlei soorten mos bedekt. Tussen al dit fraais hebben we veel andere complexen gezien, teveel om op te noemen. Bij de ene viel net het zonlicht prachtig op de muren, een ander was bedekt met figuren die zo fijn waren dat "ze niet anders dan door vrouwen gemaakt konden zijn". Maar eerlijk gezegd konden ze geen van allen meer tippen aan de eerder genoemde tempels.


Morgen vetrekken we met de boot richting Phnom Penh. Het zal zo'n vijf uur varen zijn over de het eerder genoemde Tonle Sap. In Phnom Penh zullen we de gevolgen zien van de meer recente geschiedenis, het regime van de Rode Khmer.

 

 

4 augustus

 

Sua sadai, zoals ze in Cambodja zeggen, ditmaal vanuit Pnom Penh, de hoofdstad van Cambodja.
Phileas Fogg en ik (Michiel) hebben vandaag wat met elkaar gemeen. We zijn beiden 80 dagen onderweg, echter Phileas Fogg zag kans om de hele wereld rond te reizen, en ik ben blijven steken in Cambodja. Toch zijn er meer overeenkomsten; Phileas Fogg vond zijn vrouw in India waar hij haar redde van de sati. Ik heb mijn vriendin ook opgehaald in India, overigens zonder dat er sprake was van sati. Gelukkig maar, want anders dat zou betekenen dat ik nu dood was. Passepartout, de inventieve
bediende van Phileas Fogg, heet bij mij in de tegenwoordige tijd Lonely Planet of Visa. Gelet op de magere hoeveelheid email die we uit Nederland krijgen is het duidelijk vakantietijd, hopen we. Gelukkig hebben we internet nog om ons van informatie te voorzien. Ik (Michiel) heb inmiddels vernomen dat San Marco ons wereldkampioen gaat maken, daarbij gesteund door El Salvador met de initialen JC. Dat is natuurlijk verheugend nieuws. Verder lijkt er in Nederland niet zoveel te gebeuren, zoals meestal eigenlijk.


Dat kan van Cambodja niet altijd gezegd worden. Het is nog maar 25 jaar geleden dat het regime van Pol Pot beëindigd werd, en daarmee een eind kwam aan de zwartste bladzijde uit de Cambodjaanse geschiedenis; die van de Rode Khmer. In de jaren 70 zijn er twee miljoen doden gevallen in de pogingen van Pol Pot om het land te zuiveren door alle potentieel subversieve elementen simpelweg te vermoorden en de overgeblevenen (de boeren en arbeiders) naar het platteland te deporteren. Subversief betekende in die dagen onder andere het kunnen spreken van een vreemde taal, het dragen van een intelligent ogende
bril of het hebben van lang haar. Alle mensen met een hogere opleiding of met een bepaald talent zijn uitgeroeid.


Eergisteren zijn we vanuit Siem Raep per snelboot vertrokken richting Pnom Penh. Aangezien de wegen in dit land meer gaten bevatten dan een Emmentaler kaas, is dit verreweg de meest comfortabele manier om hier te komen. De boot zag eruit als een futuristische rondvaartboot met een gesloten dak, waar ook mensen op konden plaatsnemen. Binnen kun je redelijk comfortabel zitten. In ruim 5 uur tijd leg je zo'n 300 kilometer af, wat dus betekent dat het ding 50-60 km per uur gaat. Dat is knap hard. Zeker in het begin, toen we over het Tonle Sap meer voeren lag de boot angstwekkend
scheef, zelfs zo erg dat Marije ernstig nerveus werd en op zoek ging naar de kapitein om te zeggen dat hij langzamer moest. De boot minderde gelukkig al vaart, en de mensen op het dak, die inmiddels drijfnat waren geworden van de golfslag, werden naar binnen gelaten. Zo kwam het zwaartepunt van de boot een stuk lager te liggen en lag het schip tot onze (en niet alleen onze!) opluchting een stuk stabieler. Zo zijn we dus weer aan een wisse dood ontsnapt!
In Pnom Penh hebben we een aardig guesthouse met een eigen keukentje waar we wat kunnen
rommelen. Het is wel weer erg plezierig om je eigen koffie en thee te kunnen zetten en een ei te kunnen koken. Gisteren hebben we de grote markt van Pnom Penh bekeken. De zuidoost Aziatische markten zijn iedere keer weer een lust voor het oog. Altijd levendig en kleurrijk, er is van alles te koop en met name de voedselafdeling herbergt vaak de meest vreemde producten. Zo zagen we onder andere enorme gefrituurde spinnen. Gelukkig zijn er ook smakelijker producten. Er is hier heel veel fruit, vaak volledig onbekend voor ons. Naast de bananen en de mango's eten wij graag rambutans, pomelo's en guave. Gisteren hadden we longans (lycheeachtige vruchten) die ook erg smakelijk waren. We hebben ons nog niet gewaagd aan de beruchte doerian, maar we gaan het zeker proberen. Zoek maar eens op wat een doerian is.
Vandaag was het tijd voor het serieuzere werk. Gelet op de geschiedenis van Cambodja mag een bezoek aan het Tuol Sleng museum niet ontbreken. Dit was de meest beruchte gevangenis uit het Pol Pot regime. Het is tamelijk indrukwekkend om door de cellen te lopen, akelige martelwerktuigen te zien en rijen met duizenden foto's te aanschouwen van mensen die daar omgebracht zijn. Het bezoek werd beëindigd met het kijken naar een Britse documentaire van 1 uur over de gebeurtenissen van destijds. Het plan is om morgen de Killing Fields buiten de stad te gaan bezoeken.
Zodadelijk gaan we
lekker kokkerellen; we hebben verse garnalen op de markt gekocht en kip en stokbrood en lekkere kruiden en zelfs een flesje wijn. En een lekker boek lezen of misschien een film kijken want we hebben weer eens kabeltelevisie met daarop het Amerikaanse filmkanaal HBO.


 

11 augustus

 

Het zelf klaargemaakte maal was heerlijk!! Het was zelfs zo'n succes dat we in Phnom Penh helemaal niet meer buiten de deur hebben gegeten. Of het de indruk van de gevangenis was, ik (Marije) weet het niet, maar ik was de dag erna gevloerd met hoofdpijn. Maar niets geneest beter dan een lekkere verse vis gebakken door Michiel.
De Killing Fields van Choeung Ek is de plek waar alle 17.000 gevangen van de Tuol Sleng gevangenis uiteindelijk terecht kwamen, op de 7 mensen na die de verschrikkingen daar overleefd hebben. Het is een klein stuk afgezette grond waar tientallen kuilen te
zien zijn van de massagraven. De bordjes ernaast informeren je waar de geblinddoekte vrouwen, de onthoofde mannen en de kleine kinderen lagen. Op de grond verspreid liggen stukken bot, tanden en textiel. Vreselijk luguber, terwijl 10 meter verderop een paar meisjes vrolijk zingend aan het elastieken zijn. Zo'n 8.000 lichamen zijn geborgen, de rest laten ze rusten. De schedels van deze mensen zijn in een monument opgestapeld. In sommige schedels zijn kogelgaten te zien maar niet bij veel, de meeste werden simpelweg doodgeknuppeld om geen kogels te verspillen.
Hierna zijn we opzoek naar wat vrolijkers richting Wat Phnom gegaan. Een
in onze ogen gewone tempel maar om de berg heen kan het een klein circus zijn. Olifantenritjes zijn te regelen, apen stelen onbewaakte maaltijden, er lopen en hinken weer heel wat mensen rond die 1 of meer ledematen missen maar vooral is het een gezellig parkje waar de Cambodjanen zitten te kletsen, eten en slapen. Zouden deze mensen ook allemaal de gevangenis hebben bekeken of wordt dit stuk verleden in een hoekje gestopt om snel te vergeten? Het feit is dat slechts 1 van de grote boosdoeners van toen nu achter slot en grendel zit. De rest, voorzover niet al "natuurlijk" overleden, geniet nog steeds van het leven in vrijheid en een aantal is nog lang actief gebleven in de politiek. Op z'n minst wat vreemd te noemen, toch?
Zaterdag zijn we met de bus over verbazingwekkend goede wegen richting Sihanoukville in het zuiden gegaan en voor het eerst deze reis zagen we de zee. Dit zou HET beachresort in Cambodja moeten zijn maar "moeten worden" dekt de lading beter. Het is waar, er staan wat mooie hotels en op het smalle strand is het een gezellige drukte. De zonsondergang is prachtig en de strandstoelen zitten lekker. Jammer genoeg ziet
het er direct achter het strand uit als een vuilnisbelt met de geur die je daarbij verwacht. We sliepen wel in een toepasselijk smoezelig hotel waar 's avonds verdacht veel schaars geklede vrouwen opdoken en bordjes met "no condom, no sex" aan de muren hingen. Wat er precies werd aangeboden voor 5 dollar per uur hebben we niet gevraagd. Echt lekker hebben we hier niet geslapen en dit niet alleen vanwege de karaoke bar naast de kamer of vanwege de bel die elk uur afging (?). Het probleem was vooral onze ongewenste kamergenoten. We hadden natuurlijk al onraad moeten ruiken toen er in het stokbrood spontaan een groot gat was ontstaan. Maar ja, ik dacht in mijn onschuld nog aan een klein veldmuisje. Die kunnen ook best dat gezellige krabbelende achtergrond geluid geven. Het eerste zwarte mormel met lange staart liet zich rustig langs het gordijn omlaag glijden om hierna in de airco te verdwijnen. Maar nadat er toch echt een gore rat via mijn haar Michiel even op zijn schouder kriebelde, ja inderdaad, IN ons bed, vond ik het wel mooi geweest met deze kamer. De knagende plaagjes hebben we in de andere kamer niet meer gezien maar lekker geslapen heb ik dus niet meer.

De volgende dag regende het weer behoorlijk en hebben we besloten gelijk door te reizen naar Bangkok. Zoals eerder genoemd gaat dat hier het snelste over het water. Deze keer geen tocht zoals over het achteraf rustige water van een binnenmeer maar 4 uur op zee. We hadden toch al wat ervaring opgedaan met boten de afgelopen maanden dacht ik maar dit was met name voor mij weer een nieuwe ervaring. De boot op zich was prima en redelijk rustig. De zee was dit helaas niet en binnen een half uur kreeg ik al mijn tweede plastic zakje aangereikt om voor mijn kennelijk groene gezicht te houden. Na een uurtje was het weer in ieder geval goed genoeg om de deuren open te kunnen zetten. Het is namelijk ook geen pretje om binnen omringd te worden door kakkerlakken die hun lunch uit datzelfde plastic zakje komen halen. Kennelijk is zeeziekte iets dat meer voorkomt bij vrouwen want ik werd door alleen maar vrouwen vergezeld. En die kerels maar liefdevol om ons heen lopen met zakdoekjes terwijl ze elkaar betekenisvolle blikken toewierpen. Na 2 stappen op het vaste land kon zelfs ik er weer om lachen.

Michiel moest wel eerst even een wat TE ambitieuze taxichauffeur op zijn bek slaan zodra we op de kade stonden. We werden werkelijk bijna een truck ingesleurd om ons naar de grensovergang te rijden. Maar dankzij mijn eigen grote held konden we de auto ernaast kiezen! Bij Hat Lek zijn we de Thaise grens overgestoken waar de minibusjes met bestemming Khao San Road, Bangkok, al stonden te wachten. Wat is vervoer toch makkelijk te regelen in Azië. Binnen 6 uur waren we weer terug in onze vertrouwde thuishaven van de afgelopen maand.

Tekstvak: